Luiers
Op zoek naar “opvolgluiers”
Meestal zijn kinderen rond 4 jaar wel zindelijk. Maar met een kind
met een beperking is de kans groot dat je kind langer of misschien
zelfs wel altijd luiers/slips zal moeten dragen. Dan breekt op een dag
onverhoopt het moment aan dat de grootste maat luiers, die in de winkel
te koop zijn, te klein zijn
geworden voor je kind. Maar wat en waar kun je dan grotere maten
luiers/slips
krijgen en wat is er allemaal te koop?
Voor baby’s en kleine kinderen ga je voor de luiers naar een drogist of
de supermarkt. Door met andere moeders en/of vriendinnen over luiers te
praten hoor je de voor en nadelen van merken luiers. Het wordt dan al
snel duidelijk waar je op moet letten. Maar de luiers voor oudere
kinderen zijn nu eenmaal niet verkrijgbaar bij de drogist of de
supermarkt. Waar moet je dan heen en wat is er zoal te krijgen?? Waar
vindt je die informatie? Dat zijn vragen waar je als moeder dan mee
komt te zitten. Want aan je vriendinnen hoef je dat over het algemeen
niet te vragen.
Bij mijn dochter kwam het moment dat we “opvolgluiers” nodig hadden
vrij laat in vergelijking met andere
kinderen. Pas toen ze 8 jaar was, waren de Pampers 6 echt te klein
geworden. Maar omdat ze zo’n smal poppetje is, heeft ze deze luiers
toch
lang aan gekund. Maar toen overviel mij ook de vraag; wat nu!! Wat is
een geschikte luier die op de Pampers 6 volgt??
Ik hoorde dat je bij de apotheek proefpakketjes incontinentiemateriaal
van verschillende merken kunt krijgen. Dus daar ben ik heen gegaan.
Uiteindelijk bleken ze maar 2 merken te hebben. Maar wat lijken die
incontinentieluiers/slips toch groot!! En wat is het weer onhandig in
het begin om die om te doen.
Na
de 2 merken te hebben uitgeprobeerd koos ik voor de Tena luier/slip XS
(Extra Small).
Deze zat eigenlijk best goed. Een nadeel vond ik wel dat de
buitenkant van plastic is en de lipjes om het dicht te maken moeilijk
open en dicht te doen zijn. Toch is het geen verkeerde luier. Was
er eigenlijk best tevreden over. Tot ik op het kinderdagcentrum van
mijn dochter door de begeleiding werd geattendeerd op de Abena
luier/slip
XS2. In deze luier is geen latex verwerkt, de buitenkant is dus niet
van plastic
en de luier kan daardoor meer ademen. Verder lijken de lipjes meer op
de lipjes van de Pampers. Je kunt ze makkelijker open en dicht doen.
Bij de apotheek hadden ze nog nooit van deze luiers gehoord. Maar nadat
ik van een andere moeder het artikelnummer had gekregen met de naam
konden ze deze toch gewoon bestellen. Heb ze nu een tijdje
uitgeprobeerd en ik ben erg tevreden met de luiers. En ze worden
volledig vergoed door mijn ziektekostenverzekering.
Abena: Abena Abri-form Air Plus
X-small super (XS2).
Artikelnummer: 43054.
Als de apotheek ze niet kan bestellen, kunt u ze bestellen via
CombiCare
(combicare.nl)
-Auteur: Johanna van Antwerpen
-Datum: 02-12-2009
Maagsonde
Als jouw kind niet meer kan eten …….
Bobby heeft veel longproblemen en dat was een belemmering voor het zelf
eten.
Hij dronk in het verleden de fles, at Danoontjes, tot kleine stukjes
brood en cake.
December 2007 tot begin Januari 2008 heeft Bobby in het ziekenhuis
gelegen met een ernstige longontsteking.
Daar kwam ook nog een virus bij en de artsen aldaar wisten het niet
meer.
Bobby huilde 3 dagen en nachten aan ��n stuk door en men was bang dat
Bobby’s hart het niet meer aankon.
Uiteindelijk knapte hij op en na twee weken mochten we naar huis.
De fles ging steeds moeizamer en al snel kreeg voor het ontslag een
neussonde.
Ik was blij dat er een oplossing was, maar vond het eigenlijk doodeng.
Bang voor een infectie, dat sliertje door zijn neus stond me niet aan.
Bobby kon zelf niet aan de sonde trekken, maar hij vond het zelf ook
maar niets.
Er is toen regelmatig een nieuwe neussonde geplaatst en dat was geen
pretje.
We waren dan ook blij dat we aangemeld werden voor de plaatsing van een
maagsonde.
6 weken voor de operatie kregen we uitleg van de chirurg, een hele
lieve rustige man.
We konden “kiezen”uit 3 verschillende methodes en de chirurg zou dan
kijken of het kon.
We hadden gekozen voor de laparscopische manier.
Er werd een PEGsonde geplaatst.
Ook een consult met de anesthesist.
Al was Bobby niet in optimale conditie, het kon toch allemaal doorgaan.
Ook een consult gehad met de nurse practitioner en ze ving ons goed.
Bij de opname ging alles goed, Bobby was lekker rustig.
Bobby moest nuchter zijn en de operatie ging vlekkeloos.
Na het wakker worden na de operatie was Bobby erg onrustig en huilde
veel.
Er is toen besloten hem 0,5 mg Dormicum te geven en dat hielp meteen.
We mochten al snel naar de afdeling.
Bobby mocht niet meteen eten, er werd vocht toegediend door een infuus.
Geen hongergevoel gezien…
Een tip;
Til het kind na de operatie niet op onder zijn armen, maar
ondersteun ook de billen.
De plek is nog heel gevoelig en de huid trekt anders rond de maagsonde.
Toen er geen vocht meer kwam uit zijn maag(retentie)zijn we begonnen
met vocht via de sonde.
Heel voorzichtig begonnen met voedingen, half voeding, half water.
Dit ging goed en het infuus sneuvelde al snel.
Al met al een opname van 4 dagen.
8 weken later is de PEGsonde vervangen door een Mic-keybutton, wat echt
veel makkelijker was.
Meteen zelf geleerd hoe ik die moest vervangen.
Zo hoef je niet meteen naar het ziekenhuis te rennen, mocht de sonde
eruit gaan of vervangen moeten worden.
De eerste keer is het zeker een beetje eng, maar het went snel.
Wij zijn erg blij met de maagsonde!
-Auteur: Angelique van Klaveren
-Datum: 29-08-2009
Open Dag van de Zorg
Open Dag Mappa Mondo
Waalre
Op zaterdag 17 maart 2012, tijdens de Open Dag van Zorg en Welzijn,
hebben ruim 250 bezoekers van de mogelijkheid gebruik gemaakt om een
kijkje te nemen in de wereld van Mappa Mondo, een huis van het
Nederlandse Rode Kruis voor ernstig zieke kinderen.
De ballonnenboog bij de ingang zorgde voor een feestelijk ontvangst. De
bezoekers kregen tijdens de Open Dag informatie over Mappa Mondo, zijn
op interactieve wijze te weten gekomen welke verpleegkundige zorg wordt
geboden en hoe het is om te werken met ondersteunende gebaren. Ook
konden de bezoekers zien welke begeleiding de orthopedagogisch
medewerkers geven en welke verpleegkundige hulpmiddelen worden gebruikt
in het Mappa Mondo huis. Ook miste de informatie niet over het
vrijwilligerswerk en de aanmeldigs- en stagemogelijkheden binnen Mappa
Mondo Waalre. De aanwezige kinderen vermaakten zich met knutselen,
terwijl hun ouders een kijkje namen in het huis.
Enkele bezoekers gaven aan het opmerkelijk te vinden dat alle
medewerkers en vrijwilligers die hebben geholpen, twinkelende ogen
hadden bij het vertellen over Mappa Mondo. Een groot compliment!
Ook de reacties die de bezoekers op het schildersdoek hebben gezet
bij de uitgang waren hartverwarmend: ‘zodra je het huis binnenkomt voel
je de warmte direct’ en ‘wat een geweldig huis met veel aandacht voor
de kinderen’.
Om 13.00 uur vond de offici�le ingebruikname plaats van de bedbox,
geschonken door het Rabobank Co�peratiefonds. Tamara van de Laar,
teamco�rdinator van Mappa Mondo Waalre (links op de foto), heeft de
dames Ellis Horck (midden) en Karin van Donk (rechts) van het Rabobank
Co�peratiefonds op feestelijke wijze bedankt voor hun geweldige
bijdrage voor de kinderen van Mappa Mondo.
De Open Dag van Mappa Mondo Waalre, een groot succes om op terug te
kijken! Mocht u onverhoopt niet bij de Open Dag aanwezig zijn geweest
en wel ge�nteresseerd zijn in de mogelijkheden die Mappa Mondo Waalre
te bieden heeft, kunt u een email sturen naar
[email protected]. Wij versturen u dan graag een
informatiepakketje over Mappa Mondo en nemen indien gewenst graag
contact met u op. Ook mag u te allen tijde telefonisch contact opnemen
op het nummer 040-2354770.
-Schrijver: Nicol Jansen
(orthopedagoog)
-Organisatie: Mappa Mondo Waalre
-Datum: 04-04-2012
Ortheses en aangepaste schoenen
De zoektocht naar aangepaste schoenen
Mijn dochter Maaike kon met 3 1/2 jaar nog niet goed lopen. Ze liep
namelijk op de binnenkant van haar voet i.p.v. op de onderkant van haar
voet. Daarom stond ze toen al enkele jaren onder behandeling bij een
orthopeed in een ziekenhuis. Elk half jaar moesten we terugkomen en
werd gekeken hoe ze liep. Maar elk half jaar kregen wij een andere
co-assistent. En elke keer werd mij verteld dat de voeten van Maaike
vanzelf in de goede stand zouden gaan staan.
Toen Maaike 3 jaar was kregen we een co-assistent die mij vertelde dat
hij de volgende keer Maaike aangepaste schoenen zou voorschrijven als
het lopen niet verbeterde. Dus na een half jaar er weer heen met de
gedachte dat ze nu eindelijk aangepaste schoenen zou krijgen, wan het
lopen was niet verbeterd. Maar de betreffende arts was er niet meer. De
nieuwe co-assistent vertelde me hetzelfde verhaal weer dat het allemaal
vanzelf goed zou komen met de voeten van Maaike. We moesten maar geduld
hebben. Toen ik vertelde dat de vorige arts aangepaste schoenen had
geadviseerd als het lopen niet was verbeterd, werd de arts kwaad.
Vooral
toen ik zei dat ik dus aangepaste schoenen voor mijn dochter wilde. Hij
beet me toe dat hij niets te maken had met beloftes van die andere
arts,
maar dat hij het niet nodig vond dat Maaike aangepaste schoenen kreeg.
Daarmee kon ik het doen! En over een half jaar moesten we maar weer
terug komen.
Als ouder sta je dan mooi te kijken. Ik was perplex maar ook kwaad.
Aangezien ze ook fysiotherapie op het Kinderdagcentrum kreeg, heb ik de
fysiotherapeut om advies gevraagd. Zij dacht dat er wel aangepaste
schoenen nodig zouden zijn en adviseerde me om naar het speciale
Schoenenspreekuur van de
Sint Maartenskliniek te gaan. Direct een
afspraak gemaakt voor het schoenenspreekuur. Op het spreekuur kreeg
Maaike gelijk semi-orthopedische schoenen met steunzooltjes
voorgeschreven door een revalidatiearts. Die vond het schrikbarend dat
ze dat in het ziekenhuis
niet hadden gedaan. Want de stand van de voeten bij het lopen zou echt
niet vanzelf goed komen. De schoenen en steunzooltjes werden aangemeten
en geleverd door de Nimtos.
Na 1 jaar (Maaike is 4 � ) bleken zelfs de aangepaste schoenen niet
voldoende te zijn. Maaike kreeg (na advies van de fysiotherapeut aan de
revalidatiearts) speciaal voor haar gemaakte ortheses aangemeten door
de
POM. Zodat
ze niet meer op de binnenkant van haar voet kon lopen.
Dat aanmeten is nog wel een gedoe omdat haar voeten en onderbenen dan
even in het gips moeten. Omdat ze ook nog meervoudig gehandicapt is kun
je haar niet uitleggen dat ze haar benen stil moet houden tijdens het
drogen van het gips. Dus met 2 man personeel en ikzelf was het nog een
hele klus om haar niet te laten bewegen op het moment dat het gips
droogde. Maar het lukte toch in een keer.
De ortheses (kokers) zaten perfect. Alleen mij was verteld door de
revalidatiearts dat ik makkelijk schoenen voor de ortheses kon vinden
in een schoenenwinkel. Ik met een van de ortheses naar de
schoenenwinkel, maar die paste in geen enkele schoen. De ortheses zijn
namelijk te breed en niet flexibel. Ze paste alleen in een slappe
gymschoen die helemaal open kon. Toch leek Maaike wel redelijk te lopen
op de schoenen.
Na circa 5 maanden gingen Maaike en ik terug naar de orthesemaker om
een drukplek weg te laten werken. Die vroeg me waarom ik haar schoenen
niet mee had genomen. Ik vertelde dat de revalidatiearts het niet nodig
had gevonden aangepaste schoenen voor de ortheses voor te schrijven.
Maar dat ik in de schoenenwinkels alleen maar gymschoenen kon vinden
waar de ortheses in pasten. Hij baalde, want de gymschoenen waren nu
niet echt goede schoenen om met ortheses in te lopen. Hij gaf me direct
leen schoenen mee.
Na 2 maanden gin
g ik met Maaike weer naar het
schoenenspreekuur voor nieuwe ortheses. Maaike was gegroeid en de
ortheses waren te klein geworden. De revalidatiearts schreef nieuwe
ortheses voor, maar vond weer dat aangepaste schoenen niet nodig waren.
Ik vertelde hem dat ik bij de schoenenwinkels geen schoenen kon vinden
omdat de ortheses te breed zijn en niet kunnen buigen. De orthesemaker
viel me bij en samen kregen we het voor elkaar dat Maaike ook
aangepaste schoenen via de schoenmaker van de POM kreeg voor de
ortheses.
Inmiddels liep ze ook al weer stukken beter. En bovenverwachting ging
ze opeens los lopen zonder steun!!
Toen ze 7 jaar was besloot de revalidatiearts (weer op advies van de
fysiotherapeut) dat in de nieuwe ortheses een scharnier zou worden
gezet. Hierdoor zou Maaike makkelijker trap kunnen lopen en de stoep op
en af kunnen, omdat ze nu de voet kan buigen.
Maaike is nu 8 jaar en kan redelijk goed korte afstanden lopen; alleen
stoepjes, opstapjes en afstapjes leveren nog wel problemen op.
-Auteur: Johanna van Antwerpen
-Datum: 17 januari 2010
Persoonsgebondenbudget
Voor het eerst PGB aanvragen
In april 2010 had ik eindelijk de knoop doorgehakt. Voortaan geen
ZIN (zorg in natura) meer maar PGB (persoonsgebondenbudget) voor mijn
dochter die meervoudig gehandicapt is. Hierdoor zou ik meer controle
krijgen over het geld en over wie je kunt inhuren.
Een indicatie voor de categorie�n Persoonlijke
Verzorging en Begeleiding
Individueel
aangevraagd bij het
CIZ.
Dat werd per brief toegekend door het CIZ.
Maar van het Zorgkantoor hoorden we niets. Het CIZ stuurt namelijk de
gegevens vervolgens door naar het
Zorgkantoor
en die sturen dan de
toekenningsbeschikking PGB naar de ouders. In de toekenningsbeschikking
staat ook hoeveel
geld je kind toegekend krijgt per categorie. Dus tot die tijd heb je
ook nog geen flauw idee hoeveel zorg je kunt inkopen voor dat geld.
Verder staat in de beschikking voor welke periode je budget krijgt en
wanneer het PGB wordt uitbetaald.
Op
het nieuws hoorde ik dat er een wachtlijst PGB zou worden ingesteld
voor mensen die voor het eerst PGB aanvroegen. Maar omdat de indicatie
al was toegekend door het CIZ ging ik ervan uit dat wij niet op de
wachtlijst geplaatst zouden worden. Maar helaas ….
Voor het speciaal onderwijs op school had mijn dochter ZBO (zorg
binnen onderwijs) nodig. Dat betekend dat een kind door zijn/haar
handicap extra hulp krijgt op school tijdens het eten en bijv. bij het
verschonen van de luier (= Persoonlijke Verzorging). Mijn dochter kreeg
nog extra hulp toegekend voor haar automutilerende gedrag (=Begeleiding
Individueel). Eind december werd duidelijk dat de wachtlijst PGB werd
opgeheven. Gelijk Persoonlijk Verzorging laten omzetten van ZIN naar
PGB. Toen dat formulier op de bus was, werd duidelijk dat we binnen de
categorie Begeleiding Individueel over zouden stappen van 1 naar 2
zorgaanbieders. Dus deze categorie moest ook omgezet worden van ZIN
naar PGB, omdat je bij ZIN binnen 1 categorie niet 2 zorgaanbieders
kunt hebben. Gelijk een wijzigingsformulier opgestuurd naar het
Zorgkantoor. Dit formulier is op 3 januari 2011 aangekomen bij het
Zorgkantoor. Dat was een paar dagen later dan het eerste formulier.
Op 7 januari 2011 maar eens
gebeld of de zorg al was omgezet van
ZIN naar PGB. Want vanaf 1 januari 2011 huurden we mensen in via PGB en
moesten we contracten ondertekenen, terwijl we nog helemaal niet het
exacte bedrag wisten wat we aan PGB geld zouden krijgen. We hadden op
internet wel de voorlopige PGB 2011 gevonden, zodat je een beetje een
indicatie hebt hoeveel zorg je kunt inkopen voor je kind. Het
Zorgkantoor had de aanvraag nog niet verwerkt. Nee dat zou ongeveer 2 –
4 weken duren, voordat zoiets was verwerkt. En het Handboek PGB zou
door een ander bedrijf worden verstuurd en dat duurde ongeveer een
maand. Gelukkig staat het
Handboek PGB ook op
internet, waardoor je het meeste toch al wel hebt kunnen lezen.
In
het Handboek worden tips gegeven over het PGB (bijv. om een aparte
lopende rekening op naam van je kind te openen) en er staan ook
zorgovereenkomsten (voorbeeldcontracten voor het inhuren van bijv. een
familielid of een freelancer), declaratieformulier Zorgkantoor etc. .
Op 11 januari 2011 weer
gebeld naar het Zorgkantoor. Kreeg ik te
horen dat de dame ook niet wist waarom het nog niet gebeurd was. Ze zou
het laten uitzoeken. Op mijn vraag hoe lang dat dan zou duren, kon ze
me geen antwoord geven. Wel vertelde ze dat er een brief onderweg was,
waarin gevraagd werd of ik opnieuw het formulier met de Persoonlijke
Gegevens van mijn dochter zou willen invullen en terugsturen samen met
een kopie van de ziektekostenverzekering + een kopie met de gegevens
van de bank/giro. Deze had ik eind december ingevuld en gelijk met het
eerste formulier meegestuurd. Volgens mij was het sneller om de
gegevens maar weer opnieuw in te vullen en de brief met kopie�n retour
te sturen naar het Zorgkantoor. Dat beaamde de medewerkster aan de
telefoon.
Alleen de brief kwam maar niet. Twee dagen later weer gebeld,
bleek de brief pas de dag dat ik gebeld had te zijn verzonden. En deze
dame zocht het gelijk uit waarom de toekenningsbeschikking PGB nog
steeds niet was
verwerkt. Vijf minuten later had ik het antwoord; omdat ik een
wijzigingsformulier er achteraan had gestuurd! Daarom moest ik opnieuw
alle persoonlijke gegevens etc. invullen en opsturen naar het
Zorgkantoor. De volgende dag (14 januari 2011) kwam de brief. Gelijk
ingevuld en retour gestuurd.
Op 19 januari 2011 weer gebeld met het Zorgkantoor. De categorie
Persoonlijke Verzorging was op 18 januari omgezet van ZIN in PGB. Maar
de categorie Begeleiding Individueel niet. Waarom konden ze me niet
uitleggen. Waarschijnlijk omdat ik een wijzigingsformulier had
opgestuurd. De brief met de toekenningsbeschikking PGB voor de
categorie
Persoonlijke Verzorging was 18 januari verstuurd.
Maar de brief kwam maar niet. Op 25 januari 2011 maar eens gebeld
waar de brief bleef en of Begeleiding Individueel ook al was omgezet.
Dat laatste was nog steeds niet gebeurd en de brief was echt onderweg.
De volgende dag weer gebeld en toen boden ze aan om de brief nogmaals
uit te printen en op te sturen. Dat heb ik maar geaccepteerd. De
volgende dag lag de brief op de mat. Dolblij was ik! Eindelijk een
toekenningsbeschikking met het toegekende bedrag voor zorg voor
Persoonlijke
Verzorging. Weer een dag later kwam er weer een brief van het
Zorgkantoor. Ik was nog blijer dan de dag ervoor, want ik dacht dat
hier de toekenningsbeschikking voor de categorie Begeleiding
Individueel in zou
zitten. Tot mijn verbazing zat er nogmaals de toekenningsbeschikking in
voor de
categorie Persoonlijke Verzorging. Het was de brief die op 18 januari
was verstuurd. Die had er wel lang over gedaan.
Op 1 februari 2011 heb ik weer het Zorgkantoor gebeld. Op mijn
vraag of de categorie Begeleiding Individueel al was omgezet van ZIN
naar PGB kreeg ik weer een ontkennend antwoord. Hij zou opdracht geven
om het uit te zoeken. Op mijn vraag hoe lang dat zou gaan duren, kreeg
ik als antwoord dat ik deze maand antwoord zou krijgen. Ik vertelde aan
de medewerker van het Zorgkantoor dat ik al een maand mensen in dienst
heb, waarvan ik de factuur binnenkort wel kon verwachten. “Maar dan
heeft u nog 6 weken de tijd om de factuur te betalen”: antwoordde de
medewerker. Daarop vertelde ik dat de factuur binnen 2 weken betaald
moet worden. Kreeg weer als antwoord dat het uitgezocht moest worden.
Baalde stevig hiervan.
Op 2 februari 2011 werd ik gebeld door een van de zorgaanbieders
van de categorie Begeleiding Individueel. Zij vroegen waar het contract
bleef voor de zorg voor mijn dochter. Ik heb de situatie uitgelegd. En
de volgende dag belde ze terug dat ze waarschijnlijk wel wist waarom de
categorie Begeleiding Individueel nog steeds niet was omgezet. Dat kwam
omdat zij deze zorg nog steeds in ZIN hadden staan naar het
Zorgkantoor. Zij zouden het gaan regelen met het Zorgkantoor. Heb maar
even gewacht om het Zorgkantoor te bellen. Op 4 februari 2011 het
Zorgkantoor gebeld, maar de categorie Begeleiding Individueel was nog
steeds niet omgezet. De situatie uitgelegd dat de zorgaanbieder voor
deze categorie de ZIN was vergeten stop te zetten. Daarop kreeg ik als
reprimande dat ik er zelf voor moest zorgen dat de zorgaanbieder de ZIN
stopzet. Mijn vraag aan hem was waarom het Zorgkantoor geen contact had
opgenomen met mij degene die PGB had aangevraagd. Want hoe kan ik weten
of een zorgaanbieder niet de ZIN stopzet, terwijl je het wel met elkaar
hebt afgesproken? Toen werd het stil aan de andere kant van de lijn.
Maar het zou wel even duren voordat de beschikking kwam.
Dinsdag 8 februari weer gebeld. Dit keer weer het verhaal verteld
van de zorgaanbieder die vergeten was de ZIN stop te zetten. De
medewerkster keek gelijk in een ander systeem en zag dat de ZIN voor de
categorie Begeleiding Individueel daadwerkelijk was stopgezet. Zij zou
een bericht sturen naar de afdeling die de PGB moet omzetten. En het
zou nog circa 2 weken duren voordat de categorie is omgezet naar PGB.
En dan maar hopen dat dit het is waarop de PGB-beschikking voor de
categorie Begeleiding Individueel blijft hangen. Ik geloof het pas als
ik de brief met de toekenningsbeschikking PGB op de mat heb liggen.
En weet je wat …. de categorie Begeleiding Individueel is op 14
februari 2011 eindelijk omgezet van ZIN naar PGB. En de brief met de
toekenningsbeschikking werd op 16 februari 2011 bezorgd. Nu moeten we
natuurlijk
nog wel wachten op het geld dat nog overgemaakt moet worden. Maar nu
durf ik eindelijk alle contracten te tekenen.
-Auteur: Johanna van Antwerpen
-Datum: 17-02-2011
School
Mijn kind mag naar school
Nooit gedacht dat ik dit nog eens zou schrijven; mijn dochter gaat
binnenkort naar school!!
Mijn dochter Maaike (8 jaar) heeft een laag ontwikkelingsnivo en is
meervoudig gehandicapt. Ons was duidelijk gemaakt door een
orthopedagoog, die haar testte toen ze 2 jaar was, dat mijn dochter
alleen geplaatst kon worden in een kinderdagcentrum. Dat kwam
hoofdzakelijk omdat ze zich zeer langzaam ontwikkelde. Met enige moeite
hebben we ons daar bij neergelegd. Wel hoorden we enkele jaren daarna
dat de aanname voor ZMLK scholen was versoepeld. Ook kinderen met een
laag ontwikkelingsnivo kunnen nu op deze scholen terecht. Want elk kind
heeft recht op onderwijs!! Maar ons kind was heel tevreden op het
kinderdagcentrum dus wij hadden het idee dat ze daar volledig op haar
plek zat.
Maar sinds enkele maanden is onze dochter niet meer zo tevreden op het
kinderdagcentrum. Ze begint zich te vervelen en heeft nieuwe
uitdagingen nodig. Daar heb ik met de orthopedagoog over gesproken en
zij antwoordde: “Als Maaike zich verveelt wordt het tijd dat u op zoek
gaat naar een school voor uw dochter!! Het onderwijs kan uw dochter
nieuwe uitdagingen bieden.” Ik wist niet wat ik hoorde. Aan de ene kant
werd ik heel erg blij, maar aan de andere kant kon ik het niet echt
geloven. Ik hoorde nog steeds dat toontje van die orthopedagoog van
destijds in mijn hoofd; “uw kind ontwikkelt zich maar heel langzaam. Er
is hier geen plaats voor haar op de peuterrevalidatie. Gaat u maar op
zoek naar een kinderdagcentrum.“
En ik dacht bij mezelf: “Zou ze nu dan wel passen binnen het speciaal
onderwijs??”
Aangespoord door de orthopedagoog van het kinderdagcentrum ben ik naar
een ZMLK-school en toch ook weer naar een school voor revalidatie
gegaan. Op beide scholen heb ik een prettig gesprek gehad en een goede
rondleiding door de school. Het werd me duidelijk dat op de scholen
voldoende uitdaging wordt geboden (er wordt daar o.a. met computers
gewerkt met aangepaste toetsenborden/knoppen en spelletjes), er zijn
voldoende therapeuten (logo, ergo, fysio etc.) om mijn dochter met de
motoriek en met alternatieve communicatie verder te helpen en ….. ze
willen mijn dochter daar graag hebben!! Wat ben ik blij……. Heb haar
direct bij de revalidatie- school opgegeven, omdat ze nog steeds veel
ergotherapie, fysiotherapie en logopedie nodig heeft.
Maar nu komt het papierwerk!
Voor een
kinderdagcentrum heb
je een CIZ-indicatie nodig en het kinderdagcentrum regelt het vervoer.
Verder moet je voor je kind vanaf dat het 5 jaar wordt een
leerplichtontheffing bij de gemeente aanvragen. Die is nodig voor de
CIZ-indicatie en ook voor het kinderdagcentrum.
Voor een school in het
speciaal
onderwijs moet je een indicatiestelling bij het REC aanvragen.
Vervoer moet je zelf bij de gemeente aanvragen en voor de verzorging
van je
kind binnen het onderwijs moet je een CIZ-indicatie “Zorg binnen
onderwijs” aanvragen. Voor een
ZMLK-school hoef je geen leerplichtontheffing voor je kind aan te
vragen omdat de school onder het onderwijs valt.
Al met al weer veel regelwerk en papierwerk. Niet alleen voor mij maar
ook bijv. voor de orthopedagoog die een IQ-test moet afnemen en de
(school)arts die een brief moet schrijven met haar medische gegevens en
diagnose.
Maar dat heb ik er allemaal graag voor over…. want mijn dochter gaat
binnenkort naar school!!
-Auteur: Johanna van Antwerpen
-Datum: 24-02-2010
Scout Crawler
Ameland verkennen op
rupsbanden!
In de zomervakantie hebben
wij een fantastische ervaring opgedaan met een rolstoel op het strand,
door de duinen en in de bossen. Dit was mogelijk omdat we een speciaal
rupsbanden-voertuig tot onze beschikking hadden, namelijk de otto bock
scout crawler. Dit is een speciaal voertuig voor ‘ruig terrein’ waar
een eigen rolstoel eenvoudig op gereden kan worden. Vervolgens is het
geheel te besturen met een joystick. Het is echt een waanzinnig mooi
apparaat wat het voor ons mogelijk heeft gemaakt om een eiland als
Ameland van heel dichtbij te mogen beleven.
Door dit apparaat konden we dus eenvoudig het strand op. Hij rijdt
echt zonder enige moeite over het losse zand en ook de weg er naartoe
is geen enkel probleem. Wij reden de anderhalve kilometer van ons
huisje naar het strand gewoon over de fietspaden en de weg. Hij rammelt
dan wel iets meer, maar het is goed te doen. Toen we merkten dat
het
strand goed ging en dat de accu volgens de beschrijving zo’n twaalf
kilometer kan afleggen kreeg ik het idee om hem ook eens mee de duinen
in te nemen. Dit was zo mogelijk nog een groter succes. De paden in de
duinen op Ameland zijn echt super breed. Wel zitten er natuurlijk
hoogteverschillen in, stukken met erg los zand en hobbels, maar dat
blijkt de scout crawler allemaal moeiteloos te overbruggen. Inmiddels
had ik ook ontdekt dat ik naast Daan kon gaan zitten op de bak waar de
accu in geplaatst zit. Daan vond het fantastisch met mij op ooghoogte
naast hem!
Door middel van dit voortuig zijn we echt op plekken gekomen waar we
anders nooit zouden zijn geweest met de rolstoel. We vonden het z� leuk
dat we zelfs niet meer met de auto op pad geweest zijn. De
mogelijkheden die we nu hadden waren zo fantastisch dat de auto gewoon
hebben laten staan.
De scout crawler is
eigenlijk bedoeld voor mensen in een rolstoel die
zelf de joystick kunnen besturen. Volgens de beschrijving is hij
geschikt voor personen tot 120 kg met een handbewogen rolstoel van 25
kg. Wij hebben nu ontdekt dat hij dus ook heel geschikt is voor
gezinnen met een gehandicapt kind. Het grote voordeel van dit apparaat
ten opzichte van andere strandrolstoelen is dat je hier in je eigen
rolstoel op gereden kunt worden. Dit betekent dat iedereen die
afhankelijk is van speciale aanpassingen (ortheses, hoofdsteun e.d.)
met dit voertuig gewoon het strand (en andere moeilijk begaanbare
gebieden) op kan.
Wij zijn de leverancier
otto bock en het bedrijf vooriedereen.nu heel
erg dankbaar dat ze mee hebben willen werken aan deze heel speciale
beleving van ons op Ameland. Ik hoop heel erg dat het ons gaat lukken
om deze scout crawler beschikbaar te krijgen voor een breed publiek.
-Auteur: Jolanda Rutten
(moeder van Daan de Vink)
-Website: vinkennest.nl
-Datum: 03-09-2012
Slaapproblemen
Slapeloze nachten
Bjorn heeft in zijn hele leven misschien 10
nachten helemaal doorgeslapen en inmiddels al heel wat dingen bekeken
waar het aan kan liggen…
Reflux? epilepsie? angst? Melatonine-tekort?
Ik weet het nu echt niet meer en heb maar weer eens voor de zoveelste
keer hulp gevraagd van de artsen.
Er
komen heel wat onderzoeken aan, o.a. maagdarmonderzoek, EEG,
nachtopname slaap/waakcentrum, onderzoek gespecialiseerde arts voor
gehandicapte kids…
Het is vooral wachten…
Papier is heel geduldig, ik echter niet.
Het put Bjorn en ook mij ontzettend uit, vandaar dat Bjorn om de 2
nachten als nood Chloralhydraat krijgt.
Inmiddels doet dat ook niet meer goed zijn werk, met alle gevolgen van
dien.
Loop met mijn hoofd tegen een dikke muur aan die bureaucratie heet en
het schiet allemaal niet op.
Doordat we met de reflux bezig zijn, willen andere artsen wachten
wat dat allemaal teweeg brengt, iets wat best logisch is, maar zoals ik
zei, ik ben ongeduldig en wil daden geen woorden en al helemaal niet
wachten op het invullen van formulieren.
Ben het vechten beu en zie Bjorn erg vermoeid en gestresst soms, iets
wat echt niet kan.
Hij heeft al zoveel, vind dit echt zo oneerlijk.
Ik ben al blij als ie 2 uurtjes slaapt per nacht en overdag haalt Bjorn
ook al geen slaap in…
Ik denk dat het weer eens tijd wordt dat ik weer eens kwaad word en
weer flink ga bellen.
Bjorn heeft weer even een terugval en is de afgelopen week erg onrustig
geweest.
Al verschillende dagen chloralhydraat moeten geven, hij reageert er
wisselend op.
Midden in de nacht krijsend wakker worden, nu ook overdag.
Ook op het KDC weten ze het even niet.
Wat het nu is epilepsie, ontlasting, reflux…
Wie het weet, mag het zeggen..
Van de week weer contact met kinderarts en eventeel neuroloog om te
kijken of we kunnen achterhalen wat nu de oorzaak is.
Ik hoop dat we er snel achterkomen, de situatie wordt er niet beter op.
Het ketogeen dieet doet een hoop voor Bjorn, maar denk dat de dalende
ketose geen goed teken is en zelfs een oorzaak kan zijn.
Dit terwijl Bjorn alles krijgt, wat al maanden zo is.
Eerst verdacht ik de Primperan ervan, maar daar is Bjorn reeds vanaf en
nog blijft het probleem.
Geen fijne situatie voor Bjorn…
Ook voor mij, ben er een beetje doorheen met al die slapeloze
nachten…
Bjorn had gisteren het zoveelste onderzoek in het ziekenhuis.
Hij slaapt nog steeds niet ‘s nachts en we komen er maar niet achter
wat het is.
Nu hadden we van de week al een PH-meting,moesten we gisteren voor een
zogenaamde Colon-inloop.
Nou, ik kan je vertellen, dat is geen pretje.
Er word rectaal een slangetje ingebracht en vervolgens word er een
liter contrastvloeistof doorheen gespoten…
Bjorn hield zich kranig, maar wat een ellende zeg!
Zoveel vloeistof naar binnen, poeh!
Het onderzoek duurde ongeveer een half uur.
Daarna kreeg Bjorn laxeermiddel om vervolgens alles weer uit te poepen,
wat een zooi!
Na veel foto’s gemaakt te hebben vertelde de professor(jaja)dat
Bjorn door de obstipatie de darmen heeft van een volwassene, maar
gelukkig werkt alles nog naar behoren.
Er zit ontzettend veel lucht in zijn darmen en daar kunnen ze dus
niets mee en dat is nou juist het probleem, Bjorn heeft daar erg veel
last van.
Zijn buikje lijkt dan wel een ballon.
Op de uitslag van de PH-meting wacht ik nog…
Sinds twee weken slaapt Bjorn eindelijk beter, dat wil zeggen, hij
is “maar” 2 tot 3x wakker per nacht en kan ik eindelijk boven op mijn
eigen slaapkamer slapen.
Een hele luxe voor mij, haha.
Ik heb nu minder voeding gegeven, meneertje kan het missen.
Bjorn weegt ongeveer 20 kilo, de dikzak.
Komende dinsdag weer naar het ziekenhuis, we hebben weer een afspraak
met de maag/darm arts.
Ondanks de phmeting is de tandarts (en zij niet alleen) ervan overtuigd
dat Bjorn een heftige reflux heeft.
Ook heeft Bjorn regelmatig veel last van lucht.
Er komen dus waarschijnlijk weer nieuwe onderzoeken aan.
Ben benieuwd wanneer we hier eindelijk na bijna 5 jaar echt rust in de
tent krijgen.
Als je ziet wat een apparatuur er in het bedje van Bjorn en op mijn
nachtkastje staat, Epiwatcher, Angelcare en camera met babyfoon.
Gelukkig heb ik het allemaal in huis en kunnen we alletwee rustiger
slapen, ieder op het eigen plekje
Inmiddels zijn we doorgestuurd naar een di�tiste, die het met me eens
is.
Bjorn krijgt waarschijnlijk toch nog teveel voeding en we gaan het
terug brengen om te kijken wat het doet.
Hij slaapt al veel beter op de eerste vermindering, maar we zijn er nog
lang niet.
Na weken proberen merk ik dat het eindelijk zijn vruchten afwerpt en
zie dat Bjorn veel rustiger is.
De eerste 4 jaar heb ik bij hem op de slaapkamer doorgebracht en slaap
nu al weken op mijn eigen kamer boven.
Heerlijk, kan ik je zeggen.
Na bijna 5 jaar zoeken naar een oorzaak dus toch de voeding.
Bjorn heeft lichtverteerbare (sonde)voeding, krijgt nu beduidend minder
en er zit een langere tijd tussen de voedingen.
Ik kan nu eindelijk zeggen dat ook mijn zoon s’nachts goed slaapt,
alleen moet ik weer opnieuw weer leren slapen!
-Auteur: Brigit Stratmann
-Datum: 17-05-2010
Speelgoed
Schakelspeelgoed
Als ik in de speelgoedwinkel loop vraag ik mezelf af welk speelgoed
mijn dochter Sophie (9 jaar) met een meervoudige beperking leuk zou
vinden. Het meeste speelgoed dat je er kunt kopen is niet geschikt voor
mijn dochter. Je komt al snel terecht bij het babyspeelgoed, maar ook
hiervan is niet alles geschikt voor haar. En je wilt haar toch ook
nieuwe uitdagingen bieden.
Thuis speelt ze graag
met lege doosjes van de thee of van Knorr wereldgerechten. Vanaf heel
jong is ze echter ook super ge�nteresseerd in computers. Maar zelf de
computer bedienen met een gewone muis is voor haar veel te moeilijk.
Daarom heb ik een aantal jaren geleden een speciale schakelaar (met een
schakelkastje) voor de computer aangevraagd via de ergotherapeut ter
vervanging van de muis. De schakelaar is geleverd door
KMD. Door op de schakelaar
te drukken kan ze foto’s bekijken en liedjes luisteren op de computer.
Vind ze helemaal geweldig.
Tip:
Computerhulpmiddelen zoals een schakelaar en een schakelkastje worden
meestal volledig vergoed door de ziektekosenverzekering.
Wel moet de aanvraag ondersteund worden
door de ergotherapeut.
Een vriendin van me
kocht een tijdje terug een bellenblaasmachine bij
Eelke
Verschuur waarop een schakelaar aan te sluiten is. Door op de
schakelaar te
duwen worden er door de machine bellen geblazen. Speelgoed dat met een
schakelaar te bedienen is noemen ze ook wel schakelspeelgoed.
Zelf vind ik dat speelgoed ook wel wat voor Sophie maar wel duur om
even uit te proberen of ze het echt leuk vindt. En ik weet ook niet
zeker of de schakelaar die we voor de computer hebben ook aan te
sluiten is
op het schakelspeelgoed. Anders moeten we ook nog een andere schakelaar
kopen.
Op internet vond ik
Schakelspeelgoed.nl, een mooie site met (zoals de naam al zegt)
schakelspeelgoed. Wat
hebben
zij een aanbod aan schakelspeelgoed. En zij verkopen ook een losse
schakelaar, de Lib Switch, die aan te sluiten is op al het
schakelspeelgoed
dat ze verkopen. Ben eens goed gaan zoeken op de site of ik iets leuks
zag voor Sophie. Was gelijk verkocht toen ik de ventilator zag. Mijn
dochter is namelijk dol op wind en op lichtjes. En een ventilator geeft
natuurlijk wind en op de wieken van de ventilator was ook nog
ledverlichting aangebracht. Ik zag het al helemaal voor me dat Sophie
op de schakelaar drukt en de ventilator die begint te draaien. Ook mijn
vriendin wilde schakelspeelgoed bestellen. Haar zoon is meer
geinteresseerd in speelgoed met geluid. Daarom koos zij voor de
zingende en dansende kip.
Toen het speelgoed werd bezorgd was ik helemaal verrast. De ventilator
was nog mooier dan op het plaatje. Maar ik was natuurlijk wel
nieuwsgierig of de schakelaar op het schakelspeelgoed paste. Dus snel
uitgepakt en geprobeerd de schakelaar aan te sluiten op de ventilator.
En tot
mijn vreugde paste het ook nog!!
Op het moment dat Sophie uit school kwam, had ik het geheel
gebruiksklaar op tafel staan. Ze ging op haar stoel aan tafel zitten en
begon gelijk op de schakelaar te duwen. En ze keek erg blij toen de
wind in
haar gezicht begon te blazen. Maar ook de lichtjes met steeds
wisselende patroontjes trokken haar aandacht. Soms bleef ze de
schakelaar
maar ingedrukt houden, zodat de wind maar bleef blazen. En dan haalde
ze haar hand weer even weg om te kijken wat er gebeurde. Was zeer
verrast om dat te zien.
Ben erg blij dat ik toch de gok heb gewaagd om de ventilator te kopen.
Ik weet wel dat ze aktie-reactie speelgoed leuk vindt, maar toch weet
je nooit helemaal zeker of wat je koopt aansluit bij haar
belevingswereld. Dat kun je alleen maar ontdekken door het te kopen en
uit te proberen!
-Auteur: Corrie Beks
-Datum: 01-03-2011
Daan en zijn speelgoed
Daan heeft bij zijn geboorte zuurstoftekort gehad waardoor hij ernstig
meervoudig gehandicapt is geworden. Dit bleek nog niet meteen na de
geboorte, maar toen na een half jaar epilepsie geconstateerd werd,
kregen we toch wel te horen dat we zowel lichamelijk als geestelijk een
behoorlijke beperking mochten verwachten. Op dat moment hadden we
inmiddels zelf ook geaccepteerd dat hij inderdaad trager ontwikkelde
dan andere kinderen en begonnen we speelgoed te bedenken waar hij iets
mee kon.
Het eerste speelgoed wat ik voor Daan gemaakt heb was van papier. Ik
had rond papier gemaakt met een spiraal-vorm erop van zwart met wit.
Als dat papier bewoog werd je er bijna scheel van, zo sterk trok het de
aandacht. En dat was nu precies wat we wilden, proberen om Daan z’n
aandacht te vangen. Onze ingang was een visuele omdat we de eerste
goede tips kregen van een begeleider van Sensis (nu Visio). Ook rond
die tijd hadden we een knalrood stoffen zakje met daarin een plastic
potje met kralen erin. Als je dat ding ook maar heel licht aanraakte
maakte het al geluid. Ik weet nog hoe fantastisch we het vonden toen
Daan voor het eerst per ongeluk en daarna toch echt bewust tegen dat
ding aansloeg. W��nzinnig, hij snapt het. Hij heeft door dat hij zelf
iets kan laten gebeuren.
Met deze eerste ervaringen was mijn enthousiasme geboren om zelf steeds
nieuwe dingen te bedenken voor Daan. Ik leerde steeds beter te kijken
naar Daan, naar wat hij niet, maar vooral wat hij wel kon. En elke keer
bedacht ik weer iets waar hij zelfstandig mee kon spelen. Ik denk dat
dit wel steeds onbewust mijn drive was: ik moet steeds iets bedenken
wat Daan uitdaagt en waar hij zelf mee kan spelen. Daan heeft zoveel
tijd nodig om dingen te leren, dat het bijna onmogelijk is om hem
dingen aan te leren als je daar steeds zelf (of iemand anders) bij moet
zijn. Daartegenover staat dat Daan oneindig veel geduld heeft om zelf
te spelen. Als hij iets leuk vindt, kan hij er uren en dagen achter
elkaar mee spelen.
Zo bedacht ik van alles waar hij liggend mee kon spelen
en wat
voldoende reactie gaf op zijn actie. Dus het moesten dingen zijn waar
je maar heel weinig voor hoefde te doen (iets aanraken, ergens tegenaan
komen) terwijl het effect daartegenover wel heel leuk moest zijn. Het
liefst zocht ik dingen die leuk waren om te zien en ook nog eens een
leuk geluid gaven, of juist een ‘niet leuk geluid’, want die vindt Daan
vaak het leukst… Zo bedacht ik bijvoorbeeld houten staven die
horizontaal boven hem hingen met CD-schijfjes eraan. Als je dan ��n
schijfje opzij schoof, kwam de hele staaf in onbalans waardoor alle
schijfjes er tollend afrolden en bovenop hem vielen. Dit was geweldig:
hij hoefde maar ��n kleine actie te doen en vervolgens zag hij de
schijfjes draaien, hoorde hij ze schuiven en vallen en voelde hij ze
ook nog eens op z’n buik. Het enige nadeel was dat dit maar ��n keer
werkte. Als de schijfjes gevallen waren moest mamma weer komen om ze op
te hangen. Dit vond Daan natuurlijk een nog positiever effect, maar ik
vond het toch minder praktisch. Want daardoor moest ik bij Daan in de
buurt blijven als hij lag te spelen. Dus dat was de volgende uitdaging:
hoe maak ik speelgoed waar Daan zelfstandig mee kan blijven spelen. Dus
dingen die toch voldoen aan de eerder genoemde wensen (weinig
inspanning, veel effect) maar die oneindig lang uitgevoerd konden
blijven worden.
Ik zocht het Internet af, ging kijken bij speciale winkels, kreeg
idee�n van professionals, werd lid van de speciale speel-o-theek,
enzovoort. En steeds bleef ik alles vanuit Daan z’n mogelijkheden
bekijken. Veel dingen waren wel leuk, maar werken bijvoorbeeld niet als
je met ��n hand moet spelen. Ook is er erg veel speelgoed wat wel leuk
is als je het steeds opnieuw aangeeft, maar Daan kan het maar even
vasthouden en raakt het daarna dus kwijt. Daan zat inmiddels in een
aangepaste stoel, dus de speelmogelijkheden werden groter, maar… hij
liet alles van z’n blad afvallen.
Dat was de volgende uitdaging: hoe zorg ik dat ik
speelgoed stevig vast
kan zetten op z’n blad waarbij het wel makkelijk te verwisselen blijft.
Ik plakte een groot stuk klittenvilt op z’n blad en voorzag al het
speelgoed met een platte onderkant van de haakkant van klittenband.
Voor de dingen zonder platte onderkant bedacht ik een andere oplossing:
ik maakte gaatjes in het werkblad met elastieken eraan. Aan deze
elastieken maakte ik haakjes die eenvoudig los en vast te klikken zijn
aan het speelgoed. Speelgoed wat geen mogelijkheid had om vast gehaakt
te worden voorzag ik van een touw of elastiek zodat het daarmee vast
gezet kon worden. Kortom: ik probeerde alles voor Daan toegankelijk te
maken zodat hij er wederom zelfstandig mee kon spelen.
Het meeste speelgoed ontstond in mijn gedachten terwijl
ik goed naar
Daan keek. Zo vond Daan het altijd geweldig als hij na het eten bij mij
op schoot zat om dan alles wat voor hem op tafel lag om te gooien. Daan
doet dat niet door met z’n arm te zwaaien of zo, nee, ik merkte dat
Daan steeds z’n hand bovenop het doosje (of beker of wat dan ook) legde
en dan z’n hand naar zich toe trok. Het doosje kantelde dan naar hem
toe en kwam met een plof op die andere kant liggen. Daar moest hij dan
erg om lachen. Dus… ging ik nadenken over een mogelijkheid om dat zo te
maken dat hij er mee kon blijven spelen. Want gewoon een doosje op z’n
blad leggen dat werkte maar twee seconden, daarna ligt het doosje op de
grond. Ik heb toen een rond stokje gebruikt die ik in de lengte door
het doosje heb gestoken. Het stokje zette ik dan vast met de elastieken
op het blad en ik zorgde er (ook weer met elastiekjes) voor dat het
doosje in het midden van het stokje bleef zitten. Het doosje kon dus
draaien om een as en kwam ook steeds met een plotselinge beweging tot
draaien. Dat was wat Daan er zo leuk aan vond, niet iets wat dan bleef
draaien, zoals bij zoveel speelgoed het geval is. Nee, dit doosje kwam
langzaam op een kantelpunt en viel dan ineens om.
Ook zo’n mooi idee ontstond in de wachtkamer van het ziekenhuis. Daan
zat weer bij mij op schoot te wachten. Ik had geen speeltje neergelegd,
maar het werkblad van z’n rolstoel lag schuin voor ons. Daan kon daar
net met z’n hand bij en als hij het blad probeerde te pakken kantelde
dit blad een beetje als een wip naar hem toe (omdat de ijzeren staaf
waarmee hij in de zijkant van de stoel geschoven wordt onder het blad
lag). Het leuke was dat het blad daarna door zijn gewicht weer
terugviel in de oorspronkelijke positie. Daan kon dus steeds het blad
omlaag drukken wat met een behoorlijk geluid gepaard ging en als hij
z’n hand dan terugtrok viel het blad weer terug (waarbij het een paar
cm boven de tafel lag). Hierdoor kon hij dus steeds opnieuw hetzelfde
effect bewerkstelligen. Dus dacht ik: “H�, ik moet voor Daan een wip
maken die elke keer weer vanzelf terugvalt naar links”. Want Daan kan
alleen z’n rechterhand gebruiken.
Dus als ik nu een wip maak die hij
met z’n rechterhand omlaag kan drukken en zorg dat er dan ook nog iets
leuks gebeurd (dat werd een bal die naar rechts rolde of een doosje met
iets leuks erin). En ik zorg er ook voor dat hij links zwaarder is dan
rechts, dan valt hij steeds terug naar links waardoor Daan weer verder
kan met spelen.
Dit alles leverde zoveel voldoening op omdat Daan het steeds leuker
begon te vinden om weer eens iets nieuws te hebben om mee te spelen.
Daar waar hij vroeger wel drie maanden tevreden was met ��n speeltje
wilde hij nu liefst elke week iets nieuws. Natuurlijk werkte het bij
Daan ook om een aantal speeltjes een tijdje niet te gebruiken en dan
weer tevoorschijn te halen, maar toch daagde hij me hierdoor steeds
weer uit om eens iets nieuws te bedenken.
De grootste voldoening voor mij en Daan is wel de
computer geweest.
Toevallig werkte ik zelf in de automatisering, dus dat ligt mij wel. En
door de mogelijkheden van steeds andere beelden en andere geluiden
zorgde de computer op een heel makkelijke manier voor steeds nieuwe
mogelijkheden. Daan heeft hier zo ontzettend veel mee gespeeld, en
speelt hier nog steeds mee. De computer kunnen we echt niet meer
missen. Ook hier zijn we begonnen met heel eenvoudige spelletjes. Eerst
hebben we hem zelfs moeten leren om alleen maar te kijken naar een
scherm, wederom met zwart-wit patronen. Daarna hebben we een knop voor
z’n neus gezet waarbij de computer pas iets leuks deed als hij per
ongeluk met z’n hand de knop aan raakte. Door jaren lang oefenen, dus
echt elke dag gedurende meerdere jaren, heeft Daan hier zoveel mee
geleerd maar ook vooral zoveel plezier aan beleeft. Echt fantastisch.
Doordat ik zag hoeveel plezier ik Daan deed met steeds nieuwe dingen te
bedenken kreeg ik ook zin om dit plezier door te geven aan andere
kinderen met een beperking. Om me heen zag ik heel veel ouders
worstelen met de beperkingen van hun kind zonder dat ze daar leuke
dingen voor konden bedenken. Dus toen heb ik foto’s van het speelgoed
op een website gezet. Tenslotte ben ik nog steeds handig met computers,
dus dat was een kleine moeite. Hoe het precies ging weet ik niet meer,
maar steeds meer ouders, maar ook therapeuten en verzorgers vonden mijn
site en gaven erg leuke reacties. Dat heeft mij tot nu toe steeds
gemotiveerd om alle nieuwe idee�n steeds weer op Internet te zetten. Ik
schrijf tegenwoordig zelfs regelmatig een nieuwsbrief waarin ik nieuwe
speeltjes beschrijf, maar ook tips geef over andere gevonden websites,
en mijn ervaringen deel via een column. Daarbij heb ik nu al bijna 500
abonnees, waarvan ik nog steeds super enthousiaste reacties krijg, dus
dat zorgt ervoor dat ik dit blijf doen.
Ook heb ik inmiddels twee DVD’s gemaakt met kinderliedjes met gebaren.
Deze heb ik gemaakt samen met een CliniClown die op dat moment ook nog
logopedist was bij Daan op het revalidatiecentrum. Toen de ouders van
de andere kinderen van het revalidatiecentrum erg enthousiast
reageerden heb ik deze op mijn eigen website aangeboden en door
mond-op-mond reclame zijn er inmiddels al ontzettend veel kinderen
bekend met de DVD’s van Peer en Jolanda (we hebben inmiddels twee DVD’s
gemaakt en de derde komt er waarschijnlijk binnenkort aan).
Afsluitend kan ik wel zeggen dat Daan een hele nieuwe kant bij mij
boven gebracht heeft. Een kant waarvan ik nu zie dat die helemaal bij
mij past. Ik kan er mijn ervaring met computers in kwijt, mijn
creatieve kant om zelf dingen te maken en vooral ook mijn enthousiasme
om dingen te delen met anderen. En dat zijn nu precies de dingen die ik
altijd gezocht heb in mijn werk!
Mocht je ge�nteresseerd zijn in mijn website, of je aan
willen melden voor de nieuwsbrief, kijk dan op
vinkennest.nl.
-Auteur:
Jolanda Rutten (Moeder van
Daan de Vink)
-Datum: 01-12-2010
–Dit artikel is ook geplaatst
in het Ouderhandboek MCG
van de Bosk. In het handboek is heel veel informatie te vinden voor
ouders met een MCG-kind.
Spelbegeleiding
Samen (leren)
spelen met je kind
Maaike is ernstig
verstandelijk gehandicapt en heeft ook een motorische handicap aan haar
benen
en haar handen. Daarnaast kan ze niet praten en heeft een
ontwikkelingsleeftijd
van circa 1 jaar.
Mijn dochter Maaike is 9 jaar oud en moet door haar ernstige
verstandelijke beperking nog leren spelen. Ze pakt speelgoed beet,
kijkt
ernaar, voelt eraan en soms brengt ze het naar de mond om nog beter te
bekijken. Vervolgens gooit ze het speelgoed weg. Dozen met speelgoed
erin
worden zonder pardon omgekieperd om toch vooral die mooie doos te
kunnen
bekijken. Maar hoe ze nu werkelijk met het speelgoed moet spelen heeft
ze geen
idee van.
Na jarenlang proberen had ik totaal geen fantasie meer
hoe
ik samen met haar kon spelen. Toch wilde ik graag leren om samen met
mijn kind te spelen. Omdat Maaike ook een probleem met haar ogen heeft,
kwam ze
via Visio in
aanmerking voor spelbegeleiding thuis. De eerste
keer dat
de begeleidster van Visio kwam had Maaike totaal geen interesse in het
speelgoed dat ze had meegebracht. De leuke kakelende kip werd zonder
pardon
genegeerd en de mooie boog waar ze doorheen kon kruipen was eveneens
oninteressant.
Het was om moedeloos van te worden.
Toen we aan tafel zaten om het na te bespreken kreeg ik van
mijn dochter een stukje van de houten legpuzzel (met geluid) in handen geduwd. Ik wilde het al terzijde
leggen, toen de spelbegeleidster opeens enthousiast begon te worden. Ze
vroeg
aan Maaike: “Geef nog maar een stukje.” En tot onze verbazing werd er
nog een
puzzelstukje afgegeven. De spelbegeleidster zei: “Ze wil graag spelen
en ze wil
dat jij de stukjes aanpakt.” Daarna heb ik ze weer in de puzzel gelegd
en begon
het spel weer opnieuw. We kregen er alle 3 een kick van, de
spelbegeleidster en
ik omdat Maaike duidelijk wilde spelen en Maaike omdat ik eindelijk
snapte dat
ze niet zomaar een stukje gaf maar dat ze daarmee aan wilde geven dat
ze wilde
spelen. Al die jaren had ik dat gewoon niet begrepen!!
Voor de volgende keer had de spelbegeleidster al weer idee�n.
Ze zei: “Puzzelstukjes eruit halen kan ze, de volgende stap is de
puzzelstukjes
er weer in doen. Of gewoon ergens iets in doen.” Want dat kon Maaike
totaal
niet. Overal haalde ze altijd alles eruit maar erin doen zat er niet
bij. Dus
de volgende keer begonnen met een lichtbak en moest Maaike
fluorescerende
balletjes in een bakje proberen te doen. De spelbegeleidster vertelde
dat de
planning was om dat in een aantal keren aan haar te leren, maar het zou
misschien
ook wel maanden kunnen duren. Tot onze grote verbazing deed Maaike (wel
met
hulp) de balletjes van het ene bakje in het andere bakje. Daarna deed
ze het nog
een paar keer zelf de balletjes in het bakje. Het gaat natuurlijk niet
echt
soepel en vlot, maar het begin is er!! Ze snapte wat we wilden en door
haar
elleboog vast te houden begeleidde ik Maaike
haar hand naar het juiste bakje, maar ze liet zelf de bal los
boven het
bakje. Ik was zo trots op haar en Maaike en ik zaten naar elkaar te
kijken en
te genieten van het samen spelen.
De volgende stap was de vormen van 3 houten staven pakken en
afgeven. Dat deed Maaike met verve. De
eerste keer wist ik niet wat ik moest verwachten en ik zat met mijn
uitgestoken
hand te vragen om een van de vormen. Vrij snel pakte ze die van de
staaf en gaf
hem af. En door het te blijven vragen kreeg ik ze uiteindelijk alle 6.
Daarna
zat ze maar aan de palen te voelen en ik begreep niet wat ze aan het
doen was.
Totdat de spelbegeleidster tegen me zei:
“Volgens mij wil ze dat je de vormen weer om de houten staven
doet,
zodat ze het spel nog een keer kan doen.”
Toen ik de vormen er weer om had gedaan, bleek dat inderdaad het
geval
te zijn. Bijna gelijk kreeg ik de vormen weer 1 voor 1 aangereikt, tot
de palen
leeg waren.
De keer daarop hadden we een vormenstoof; een houten doosje
met een rond gat er boven in om een bal in te stoppen. Aan de voorkant
zat een
laatje om de bal er weer uit te halen. Dit leek me eigenlijk te
moeilijk voor
Maaike. Maar met enige sturing stopte ze de bal zonder problemen in het
gat.
Nadat ik haar had laten zien waar de bal was gebleven ging haar hand,
nadat de
bal in het gat was gestopt, bijna direct al naar het laatje om die aan
de grote
knop open te trekken om de bal eruit te halen. De spelbegeleidster en
ik zaten
elkaar weer vol ongeloof aan te kijken. Snapte ze dit nu ook al? Dit
spel
hebben we enkele maanden geoefend. De bal in het gat stoppen gaat
steeds
makkelijker, alleen helemaal zelf kan ze dat nog steeds niet.
We zijn nu bezig met een ronde bak met 3 kleppen. Daarin
verstoppen Maaike en ik samen een belletje en dan moet zij de bel
zoeken. Nadat
ze we het belletje erin hebben gestopt opent Maaike, als ik het vraag,
de klep
en pakt het belletje. Om het iets moelijker te maken draai ik, nadat
het
belletje in een van de bakjes is gestopt en de klep weer dicht is, de
ronde bak
een kwartslag. Weer pakt Maaike zonder problemen het belletje uit het
juiste
bakje en dat doet ze een aantal keren achter elkaar. Dan is de aandacht
even
op. Nadat ze wat te drinken heeft gehad en even tot rust is gekomen
oefenen we
met snoepjes in de bak. Zonder problemen opent
ze 8 van de 10 keer de juiste klep om het snoepje te pakken. We
zijn
weer helemaal verrast en enthousiast dat Maaike zelfs dit spelletje
snapt.
De komende weken gaan we dit spel herhalen. En de volgende
keer dat de spelbegeleidster van Visio komt hopen we weer op een nieuw
uitdagend spel voor Maaike.
De spelbegeleiding is niet alleen belangrijk voor Maaike haar
ontwikkeling, maar is ook voor
mij heel
waardevol. Want het samen (leren) spelen geeft me bijzonder leuke
contactmomenten
met mijn dochter waar we allebei van genieten.
-Auteur: Johanna van Antwerpen
-Datum: 17-03-2012
Supportbeurs
Rondneuzen op de supportbeurs
De Supportbeurs 2010 in Utrecht was weer super interessant!
’s Ochtends om 10.30 uur kwam ik aan en was het al gezellig druk. En er
waren veel volwassenen en kinderen in een rolstoel gekomen! De kinderen
werden uiteraard begeleid door hun ouders . Ikzelf had mijn dochter
niet meegenomen. Maar toch kan het makkelijk zijn om je kind mee te
nemen als je bijv. een rolstoelfiets wil uitproberen of als je samen
met je
kind een spraakcomputer wil uitproberen. Dat realiseerde ik me weer
toen ik daar liep.
Bij binnenkomst kwam ik in de hal met leveranciers van rolstoelen,
fietsen, auto’s, bedden etc.
Ben naar de stand van
Atlas gelopen om naar de bedden te kijken. Ik
wilde even kijken of
het hoog-laag bed dat we via Atlas hebben aangevraagd ook te zien was.
Jammer genoeg was dat niet het geval. Wel zag ik dat de bedden aan de
binnenkant kunnen worden bekleed met bolstering (schuimrubber delen die
makkelijk schoon te maken zijn). Dat wist ik niet. Maar dat kan handig
zij, zodat je kind zich niet kan bezeren als hij bijv. hoofdbonkt in
bed of tegen de wanden slaat met zijn hand.
De medewerker van Atlas gaf aan dat zoiets altijd later bijbesteld kan
worden als het nodig is.
Daarna langs allemaal vakantiestands gelopen. De Kindervallei in
Valkenburg aan de Geul is een vakantiepark van
Ronald
McDonald,
met geheel aangepaste appartementen, gastenkamers en tenten voor
kinderen in een rolstoel. Daar kun je tegen betaalbare prijzen met het
hele gezin op vakantie. Terwijl je wel de gemakken hebt van aangepaste
voorzieningen, zoals een hoog-laag bed, tilliften,
kinderdouche/toiletstoel, etc.
Daarna een kijkje genomen
in
de
Snoezelbus. Dat is een bus die je kunt inhuren voor bijv. een
kinderfeestje bij je thuis. De bus parkeert dan voor je huis, zodat
alle kinderen bij je thuis kunnen snoezelen. Was erg leuk om alle
snoezelactiviteiten in de bus te bekijken (zie foto).
Vervolgens ADL-hulpmiddelen bekeken. Ik was op zoek naar een gewone
plastic beker met 2 oren. Dus niet een gekantelde beker maar een gewone
rechte beker. Ze hebben bekers in alle soorten en maten. Maar deze
gewone beker verkocht
Mooi Handig wel van steen, maar niet van
plastic. Maar een stenen
beker
is bij ons zo
kapot, omdat mijn dochter
die op de grond gooit. Zelf hebben we wel een plastic beker met 2 oren
(zie foto),
maar de oren staan net een beetje schuin naar achteren. En als je de
beker (zonder deksel) dan net iets te veel kantelt om te drinken, kun
je behoorlijk knoeien. Maar we blijven op zoek!
Bij
Pien
en Polle de slabbers bekeken. Die zijn van badstof gemaakt, met
daarachter een waterafstotende laag stof. Maar wist niet zeker welke
maat ik moest nemen, dus thuis nog even de lengte nameten. Ze verkopen
slabbers in de maten L en XL.
Eelke
Verschuur liet me leuke nieuwe aanwinsten zien, zoals bijv. een
bellenblaasmachine die je met een externe schakelaar kunt bedienen.
Evenals knuffels die je met een externe schakelaar kunt laten bewegen
en laten kakelen.
Barry Emons
had o.a. een snoezelkamer gemaakt en een kinderbed staan. Maar geen
speelgoed waar ik eigenlijk wel nieuwsgierig naar was. Bij
Michel Koene
zag ik zwemkragen hangen. Binnenkort wil ik weer met mijn dochter gaan
zwemmen. Maar wat is een veilige manier om met haar het water in te
gaan? Een mevrouw van de stand van Michel Koene legde me het verschil
tussen de zwemkragen en zwemkussens uit. Maar wat nu echt geschikt is
voor mijn kind, daar durfde ze geen uitspraak over te doen. Daar moet
ik toch eerst advies over vragen bij de fysiotherapeut. Dat ga ik dus
maar doen.
Bij
Abena
incontinentiemateriaal was het super druk. Daar konden ouders
proefluiers meenemen om thuis uit te proberen.
Een aantal stands gezien met
dynamische spraakcomputers; zoals van
KMD,
Jabbla
en
Communicatie-Apparatuur.
Bij
Intaal zag ik
de Proxtalker, dat is “een communicatiehulpmiddel dat geschikt is voor
kinderen voor wie een dynamisch systeem te complex is, maar die een
systeem met vaste knoppen ontgroeid zijn. Door het plaatsen van fiches
met objecten op een spraakknop, is communicatie aan te leren, bijv. met
de PECS-methodiek. Met als belangrijkste uitbreiding dat het kind zelf
boodschappen kan uitspreken. Want door een fiche op een knop te leggen,
kan het kind een woord laten uitspreken.” Door op 3, 4 of 5 knoppen
fiches te leggen ontstaat een zin, die hardop uitgesproken wordt als je
de knoppen na elkaar indrukt.
Moe maar met een tas vol informatie ging ik weer naar huis.
-Auteur: Corrie Beks
-Datum: 05-06-2010
Tandarts
Gezocht: een tandarts voor een MG kind
Toen mijn dochter 4 jaar was, brak een melktand af. Omdat mijn
dochter
meervoudig beperkt is en pijn niet goed kan duiden, belde ik mijn
tandarts. Ik wilde zeker weten dat ze er geen pijn aan had. De
assistente vertelde dat de tandarts geen kinderen met een beperking
behandelt,
maar gaf me het advies naar
een jeugdtandarts in een buurdorp te gaan. Maar dat was voor mij niet
zo makkelijk, omdat ik overdag niet de beschikking had over een auto en
er
geen rechtstreekse busverbinding met het dorp was. Daarom toch verder
gezocht naar een tandarts in ons dorp. De tweede tandarts die ik belde
weigerde ook mijn dochter te behandelen.
Van een moeder met een zoon met een meervoudige beperking hoorde ik dat
haar zoon behandeld werd door een tandarts in ons dorp. Op aanraden van
haar heb ik haar tandarts gebeld. Dat werd een ontluisterend gesprek.
De
assistente zei namelijk tot mijn stomme verbazing nadat ik het verhaal
had uitgelegd:
“Nee, wij
behandelen geen gehandicapte kinderen.” Toen ik daarna met het argument
op de proppen kwam dat ze nu toch al een meervoudig gehandicapt kind
behandelden, bleef ze dat ontkennen. Pas toen ik de naam van het kind
noemde kon ze het niet meer blijven ontkennen. Vervolgens ging ze naar
de tandarts om te vragen of die mijn dochter wilde behandelen. Het
antwoord van de tandarts: “Momenteel nemen we geen pati�nten aan”.
Dat deed me wel pijn. Want dit was gewoon discriminatie. Als de
assistente gelijk had gezegd dat ze momenteel geen pati�nten aannamen,
dan
was het klaar geweest.
Na drie tandartsen te hebben gebeld, had
ik het idee dat in ons dorp geen enkele tandarts mijn dochter als
pati�nt zou willen aannemen. Omdat ik toch wilde dat er op korte
termijn naar het gebit van mijn
dochter werd gekeken, heb ik contact opgenomen met de jeugdtandarts in
het buurdorp. Daar vonden ze het gelukkig geen enkel probleem om een
kind met
een meervoudige beperking als pati�nt
aan te nemen. Wel vertelden ze me dat als er echt vullingen of
laklaagjes moesten
worden aangebracht dat onder algehele narcose in het ziekenhuis zou
gebeuren. Daar had ik geen problemen mee, als ze de controles maar
wilden doen.
De assistente maakt een afspraak op korte termijn om de tandarts naar
de afgebroken tand van mijn dochter te laten kijken.
Voor de afspraak met de tandarts heb ik de auto van mijn zus geleend.
Het is
wel een gedoe. Maar je bent blij als je ergens welkom wordt geheten en
niet de deur uitgekeken! De tandarts bleek in het ziekenhuis als
tandarts gewerkt te hebben met kinderen met een beperking. Hij ging dan
ook leuk met mijn dochter om. En hij gaf mij het gevoel dat we
inderdaad hier bij de juiste tandarts waren beland. Ik ging met een
heel goed gevoel naar huis, ook omdat de afgebroken tand volgens de
tandarts geen pijn veroorzaakte. Sindsdien gaan we 4 x per jaar op
controle.
Dat lijkt veel, maar nu weet ik zeker als ze niet lekker in haar vel
zit dat het niet aan het gebit ligt.
Alleen wat me eigenlijk dwars zit is waarom ik voor controles naar een
ander dorp moet. Deze jeugdtandarts doet alleen controles. Dat hadden
de andere tandartsen in ons dorp toch ook kunnen
doen? Want
voor behandelingen moet ze ook bij deze speciale tandarts naar het
ziekenhuis. En nu moeten we voor controles toch wel een heel eind
rijden.
Sinds
kort is er een tandarts in ons dorp die adverteert dat hij
extra tijd inruimt voor mensen met een verstandelijke beperking. Dat is
wel een hele verbetering. Maar aangezien we al een paar jaar naar de
jeugdtandarts gaan, blijf ik nu toch maar bij deze tandarts. We zijn er
nu bekend en voor het vervoer stem ik de
afspraak af met mijn man, zodat ik een auto tot mijn beschikking heb.
-Auteur: Johanna van Antwerpen
-Datum: 31 mei 2010
Vakantie
Vakantie avontuur in Le Puy en Velay (Frankrijk)
Op vakantie met een
Meervoudig Complex Gehandicapt kind blijft altijd een avontuur.
In de plaats Le Puy en Velay in Frankrijk staat een erg mooie
kathedraal en een kerkje op een berg waar alle pelgrims, die naar
Santiago de Compostella wandelen, langskomen. Mijn gezin (man en 2
kinderen) en het gezin van mijn zus (man en 2 kinderen) gingen samen op
pad in Le Puy en Velay.
Het kleine kerkje op de berg beklimmen was niet besteed aan mijn
dochter Maaike, een MCG kind van 12 jaar. Zij kan wel wel kleine
stukjes lopen maar voor grote afstanden maken we gebruik van een
rolstoel. Traplopen gaat erg moeizaam. Daarom besloten mijn zus en ik
om met Maaike de stad te verkennen, terwijl de rest van de 2 families
de berg zouden beklimmen. Zo gezegd zo gedaan.
We hebben gewinkeld en gewandeld door de stad.
Na zo’n 2 uur kregen
we telefoon van mijn man. Zij hadden het kerkje op de berg bekeken en
waren nu op weg naar de kathedraal in de stad. Of we ook niet naar de
kathedraal konden komen. Dat was voor ons wel een hele klim. Maar de
weg was geplaveid en we begonnen met Maaike in de rolstoel de klim naar
boven naar de kathedraal. Toen we een heel eind op weg waren, weken we
een stukje van de geasfalteerde weg af en gingen via een ander weggetje
met van die kloostermoppen een stuk omhoog. Dat was lastig met Maaike
in de rolstoel, dus ze moest een klein stukje lopen. Opeens stonden we
voor een stenen trap van zo’n 20 treden dat een doorgangetje was tussen
de huizen in de oude binnenstad.
Het
rechte stuk was geen probleem, maar de stenen trap bleek toch
moeilijker dan gedacht om te beklimmen met Maaike. Want niet alleen
moesten we Maaike naar boven brengen, maar ook de rolstoel en een grote
tas met luiers, doekjes, drinken, etc. Het evenwichtsgevoel van Maaike
is niet je van het en samen liepen we langzaam de trap op, maar dat
ging niet echt goed met ongelijke stenen in de trap. En toen bleek de
rolstoel voor mijn zus ook lastiger de trap op te sjouwen dan gedacht.
We stonden te zweten en probeerden met de grootste moeite toch de trap
op te komen.
Plotseling kwam een bewoonster van een van de huizen naar ons toe
en bood ons een helpende hand. Zij hielp ons de trap op en bood ons aan
bij haar wat te komen drinken. Dat was erg aardig van haar. Maar wij
wilden naar de kathedraal en vroegen haar de weg. Volgens haar was dat
nog een heel eind
en
ondoenlijk voor ons om te lopen met een gehandicapt kind. Toen kwam een
priester (in habijt) aanlopen en zij sprak hem aan. Of hij niet
even zijn auto wilde halen om ons naar boven te brengen. Hij sprak
gelukkig Engels en van hem begrepen we dat zij in de gehandicapte zorg
werkte met gehandicapte kinderen. Zij was ook zeer begaan met Maaike.
Wij zeiden dat als we de weg wisten dat we dan zelf wel zouden lopen,
maar daar wilde de priester niets van horen. Ondertussen had ik mijn
man gebeld, de rest van de familie was al in de kathedraal aangekomen.
Maar zij wisten niet precies van welke kant wij kwamen en konden ons
daarom niet te hulp schieten.
De priester is zijn auto gaan halen en ondertussen liepen
wij al een stukje verder naar boven. Toen kwamen we bij een pleintje
aan. De mevrouw sprak met andere bewoonsters, die uit het raam hingen,
over Maaike. Die knikten ook allemaal heel begrijpend. En toen kwam de
priester met zijn auto aanrijden. Maartje kon in de auto gaan zitten en
ik ernaast. Mijn zus liep met de rolstoel achter ons aan, want de auto
was erg klein. We werden uitgezwaaid door de mensen op het pleintje.
Ondertussen zag ik de kathedraal al op zo’n 50 meter afstand. De
priester reed ons naar de kathedraal en riep opeens: “Stil blijven
zitten!” Ik dacht dat we uit gingen stappen, want voor mij en links van
mij zag ik een blinde muur en rechts was de kathedraal. Maar nee, hij
gaf een ruk van 90 graden aan het stuur en daar was plotseling een weg!
We reden langs de afgrond het parkeerterrein op dat pal tegen de
kathedraal aan lag. We waren gearriveerd!!
Mijn
zus kwam ondertussen met de rolstoel aanlopen. Toen we uitgestapt waren
heeft de priester Maaike gezegend. Wij zijn niet katholiek maar
dachten: “Wie weet helpt het!”
Nadat we de priester bedankt hadden, gingen we op zoek naar de rest van
de familie in de kathedraal. En daar zaten ze allemaal te wachten.
Maaike even bij haar vader gezet en mijn zus en ik gingen de kathedraal
van binnen bekijken. Maaike was een beetje onrustig en begon geluiden
te maken. De werkster van de kerk, die de kerk aan het stofzuigen was,
vond het geluid dat Maaike maakte onaanvaardbaar en vroeg aan mijn man
om met Maaike de kerk te verlaten. Maar zelf maakte de werkster ook
behoorlijk lawaai met het stofzuigen en dat had ze blijkbaar helemaal
niet door. Mijn man bleef in de kerk met Maaike, want hij vond dat de
kerk ook voor gehandicapten is of ze nu wel of niet lawaai maken.
We vonden het wel bizar dat een priester alle moeite doet om een
gehandicapt kind te helpen naar de kathedraal te komen en dat dan een
werkster van de kerk het kind
de kerk uit wil zetten. Maar de vriendelijkheid van de mensen die daar
woonden en de priester vergeten we nooit meer!!
Het was een van de leukste anekdotes van de vakantie!
-Schrijver:Johanna van Antwerpen
-Datum: 23-03-2015
Kamperen met slaapproblemen
“Mijn dochter Maaike is meervoudig gehandicapt en kan niet praten. ’s
Avonds gaat ze rond 19.30 uur naar bed en valt al vrij snel in slaap.
Na een aantal uren slaap wordt zij ’s nachts regelmatig wakker. Wij
zijn er aan gewend en ’s nachts horen we haar spelen en geluiden maken
in haar slaapkamer. Na een tijdje wordt ze moe en kruipt ze weer in bed
om te gaan slapen. Meestal leg ik dan nog even haar dekbed over haar
heen.
In de zomervakantie gaan we altijd 3 weken kamperen. Maar daar hadden
we wel wat zorgen over. Want hoe zal dat met slapen gaan met Maaike?
Het jaar daarvoor was ze regelmatig wakker geweest en op een stille
camping is dat toch niet echt leuk voor de omgeving. Daarom wilden we
dit jaar zorgen dat Maaike de hele nacht zou doorslapen. Daarvoor
maakte ik een afspraak met de huisarts. Ik legde uit dat Maaike wel
makkelijk in slaap valt, maar niet doorslaapt en dat dat op de camping
voor problemen zou kunnen zorgen. Eigenlijk durfden wij niet meer op
vakantie zonder een medicijn of middel waardoor Maaike door zou slapen.
Daarop adviseerde de huisarts om geen slaaptabletten voor te schrijven,
want die helpen alleen maar om in te slapen en niet om door te slapen.
In plaats daarvan schreef hij melatonine voor. Melatonine wordt vaak
gegeven aan kinderen en volwassenen die problemen hebben met
doorslapen.
Voordat we op vakantie gingen besloten we het middel voor de zekerheid
te testen. Na een paar nachten bleek dat het middel totaal geen effect
op Maaike had. Elke nacht was ze wel 3 keer wakker geworden. Nog vaker
dan zonder Melatonine. Wanhopig belde ik de huisarts op dat het middel
totaal niet werkte. Daarop besloot de huisarts om de dosis te verhogen.
Maar ook toen bleek dat ook een hogere dosis melatonine totaal geen
effect had. Maaike werd elke nacht meerdere keren wakker.
Weer de huisarts gebeld. Ook de huisarts wist zo een twee drie geen
andere oplossing. Maar na enig nadenken kwam hij met een middel tegen
allergie
Promethazine die als bijwerking heeft dat je daar
suffig en
slaperig
van wordt. De vakantie naderde met rasse schreden en we probeerden het
middel uit. Tot onze grote verrassing sliep Maaike met het middel de
hele
nacht door. We konden het bijna niet geloven. Nog een nacht
uitgeprobeerd en weer sliep ze de hele nacht door, toen waren we
overtuigd!!
Tijdens de vakantie heeft het middel slechts 1 x niet gewerkt, maar de
andere keren wel. En doordat Maaike elke nacht doorsliep op de camping,
sliepen wij
ook door. Onze vakantie werd hierdoor weer een echte relaxte vakantie
zonder stress over slaapproblemen op de camping!”
-Schrijver: Johanna van Antwerpen
-Datum: 01-05-2014
“Overlast” op de camping
In de zomervakantie zijn
we weer gaan kamperen met de hele familie, dat
vinden we allemaal erg leuk. Ook Maaike (10 jaar en meervoudig
gehandicapt) vindt kamperen super leuk. De vouwwagen ingepakt en de
auto volgeladen met luiers en de rolstoel en hup op vakantie naar het
zonnige Frankrijk. Ook vrienden van ons en hun kinderen gingen met ons
mee.
De eerste camping was erg leuk in het noorden van Frankrijk onder
Strassburg. Op de camping was er een aparte ruimte met douche en toilet
voor gehandicapten. Ook was er animatie de kinderen op
de camping en dat vond het broertje van Maaike en de kinderen van onze
vrienden geweldig. Daar kwamen heel veel kinderen
waar zij samen mee konden knutselen, spelletjes doen en batmintonnen.
Met
Maaike wandelden we over de camping en speelden samen in het gras. ’s
Nachts was iedereen moe en sliepen we de hele nacht door.
Na bijna een week op deze camping pakten we de vouwwagens weer in en
reden we met zijn allen naar de Ard�che. Een hele mooie camping vonden
we aan de
rivier. Hier was iedereen aan het zwemmen en kano�n. Voor Maaike was de
rivier niet zo geschikt maar we stonden op gepaste afstand, zodat ze er
niet naar toe zou lopen of kruipen. Voor haar hadden we een opblaasbaar
zwembadje met water met speelgoed. Dat vond ze helemaal geweldig.
Maar het was een hele reis
geweest naar de Ard�che en we kwamen tegen
etenstijd aan. Daarna moest in de hitte de vouwwagens nog worden
opgezet. Daardoor aten we erg laat voor Nederlandse begrippen; rond
21.00 uur. Om 23.00 uur zijn we gaan slapen. De kinderen lagen er rond
22.30 uur in. ’s Nachts werd Maaike wakker en begon te spelen. Ze
maakte daarbij soms wel enige enthousiaste geluiden. Dat probeerden we
te dempen, maar dat lukte niet erg. Haar broertje sliep gewoon door,
terwijl wij druk bezig waren Maaike weer te laten slapen. Op een
gegeven moment is ze vanzelf weer gaan slapen.
Toch waren mijn man en ik gesloopt de volgende morgen. Onze vrienden
(die naast ons stonden) hadden Maaike die nacht wel gehoord, maar zij
hadden toch goed geslapen.
Door
het
prachtige weer en de gezelligheid op de camping was het niet zo
moeilijk om de afgelopen nacht snel te
vergeten.
Toen ik kleren aan het wassen was, kreeg mijn man bezoek van
een Nederlandse man die tegenover ons stond met een tent. Hij was naar
de eigenaar van de camping geweest om een klacht over de
geluidsoverlast van afgelopen nacht in te dienen. Hij was bij alle
andere buren van ons geweest en iedereen had er last van gehad dat
Maaike had zitten hummen en af en toe een enthousiast geluid maakte.
Mijn man vertelde dat Maaike meervoudig gehandicapt is. Hij legde
verder uit dat we een lange autorit hadden gehad, dat Maaike daardoor
waarschijnlijk van slag was geweest afgelopen nacht, maar dat ze
normaal
‘s nachts gewoon doorslaapt. De man nam daar geen genoegen mee. Hij
wilde een gesprek met mijn man en de eigenaar van de camping. Dat vond
mijn man geen probleem.
Na overleg met mijn man besloten we dat ik ook mee zou gaan naar dat
gesprek. Daar was onze overbuurman het helemaal niet mee eens. Hij
wilde mij er helemaal niet bij hebben. Maar wij vonden dat we dat zelf
wel mochten beslissen. De man wilde niet eens met mij praten. Toen ik
hem onderweg vroeg of hij mij wilde uitleggen wat nu eigenlijk het
probleem was, werd hij zelfs kwaad. Als ik dat niet wist was ik of dom
of had mijn man mij niets verteld. Ik legde uit dat ik het probleem
graag van hemzelf wilde horen. Maar hij zei helemaal niets meer.
Tijdens het gesprek met de
eigenaar van de camping werd hij zelfs
beledigend. Hij vertelde
dat hij met pensioen was en dat zijn vrouw in de zorg werkte en haar
vakantie erg nodig had om bij te komen van het werk. Op vakantie wilde
ze daarom niet geconfronteerd worden met gehandicapten. Daarna
vroeg hij aan mij of ik wel advies had gevraagd of mijn dochter wel op
vakantie kon. Ik wist niet wat ik hoorde.
Sinds
wanneer moet je in Nederland als ouder advies vragen of je kind
mee mag op
vakantie? En aan wie moet je dan advies vragen? Moet ik advies gaan
vragen aan de “deskundigen” in de zorg die aangeven dat wij als
ouders Maaike
echt het beste kennen?
Ik
legde uit dat mijn dochter
al van jongs af aan met ons mee gaat kamperen.
De eigenaar van de camping
hoorde het verhaal aan. Vroeg aan mij wat er gebeurd was afgelopen
nacht. Ik vertelde het verhaal, dat Maaike meervoudig gehandicapt is en
een ontwikkelingsleeftijd heeft van 1 jaar. Dat Maaike de afgelopen
nacht slecht had geslapen en dat wij ook slecht hadden geslapen. Maar
dat dit een incident was. Daarop besloot de eigenaar dat een baby ook
een hele nacht kan huilen en dat ouders daar ook niets aan kunnen doen.
Hij benoemde het als normale “campinggeluiden”. Daarop zei de man tegen
de eigenaar dat als de eigenaar hem morgen niet zou zien ….. dan had
hij geen klachten meer. Daarop vertrok hij zonder een groet. Wij
stonden hem vol verbazing na te kijken en dachten is dat nu de
Nederlandse tolerante mentaliteit (en ook nog van iemand waarvan zijn
vrouw werkzaam is in de zorg) naar gehandicapten in de samenleving?
De eigenaar vertelde ons (toen onze overbuurman weg was) dat hij de
klacht niet redelijk vond. Hij vond de klager harteloos om na 1 nacht
te komen klagen over een (gehandicapt) kind dat geluid maakt. Hij
probeerde me gerust te stellen door te zeggen dat als Maaike de
volgende nacht weer geluid zou maakte dat geen probleem was; een kind
is geen machine die je kunt uitzetten.
Na het gesprek ben ik bij een paar tenten gaan vragen of ze slecht
geslapen hadden de afgelopen nacht door mijn dochter. Bij 1 gezin had
de moeder niet zo goed geslapen en de rest van het gezin had er dwars
doorheen geslapen. De moeder had de klager geadviseerd om eerst eens
even met ons te gaan praten om te horen wat de reden van de “overlast”
was en of dit een normale nacht was. Een ander Nederlands gezin vond
het onbegrijpelijk dat er over Maaike geklaagd was. Zij hadden Maaike
‘s
nachts wel gehoord, maar het was zo zacht dat zij daar niet wakker van
lagen. Er waren ‘s nachts wel meer kinderen die geluiden maken. Ook
onze vrienden vonden het onbegrijpelijk!
De vakantie op deze
camping begon een stuk minder leuk dan we hadden
verwacht. We begrepen best dat iemand last kan hebben van ons kind dat
geluid maakt. Maar om gelijk een klacht in te dienen en niet nog een
nachtje af te wachten nadat mijn man had uitgelegd dat Maaike normaal
de hele nacht doorslaapt, vonden we erg kort door de bocht. We besloten
om het incident maar te vergeten en de vrolijke en gezellige
vakantiesfeer van die ochtend weer terug te halen.
’s Middags kwam er een verbouwde vrachtwagen tot camper naast ons
staan. Daarin zaten een man en een vrouw in het zwart gekleed en 3
pitbulls. Zij hadden vlaggen met doodshoofden in de camper hangen en de
muziek stond behoorlijk hard aan. De honden waren heel lief en
luisterden goed naar de baas. ’s Avonds ging de muziek niet zachter in
de camper na 24.00 uur en stond de deur van de camper gewoon open. Onze
kinderen sliepen dwars door het geluid heen. Maaike sliep de hele nacht
door. Wij sliepen iets minder, maar onze klager had deze nacht totaal
geen
last van onze dochter. Het is die nacht enkele uren rustig geweest.
Maar al vroeg in de ochtend (de vogels waren net wakker) ging de muziek
weer aan en renden de honden rond de tenten.
De volgende morgen sprak iedereen schande vanwege de geluidsoverlast
van de mensen in de camper. Mensen kwamen naar ons toe en zeiden; dat
geluid van uw dochter is niet zo erg hoor, maar die geluidsoverlast van
de camper daar gaan we over klagen bij de eigenaar. Onze klager is niet
bij ons langs geweest.
Wij gingen boodschappen doen en toen we terug kwamen was de camper weg.
Schijnbaar werden de geluiden van onze buren wel echt als “overlast”
aangemerkt en niet als normale campinggeluiden.
We hebben een fantastische vakantie gehad, maar de weinig
tolerante
houding van mensen (werkzaam in de zorg) naar een familie dat met hun
kinderen op vakantie is
(en waarvan toevallig 1 kind gehandicapt is), vonden we erg
teleurstellend. Maar we hebben ook leuke reacties gehad van mensen die
al op de camping stonden of later op de camping kwamen (Nederlanders en
Fransen); zij vonden het
heel erg leuk om te zien dat ook een gehandicapt kind gewoon met het
gezin mee gaat op vakantie.
-Schrijver: Johanna van Antwerpen
-Datum: 30 juli 2012
Kamperen in Frankrijk
Dit jaar zijn we met het hele gezin (vader, moeder en 2 kinderen) 3
weken op zomervakantie naar Frankrijk geweest. Natuurlijk was onze
meervoudig gehandicapte dochter Maaike ook van de partij. Het was een
super leuke vakantie en het hele gezin heeft genoten.
Toch heeft op vakantie gaan wel wat voeten in de aarde met een
gehandicapt gezinslid.
Ten eerste is de bagageruimte
in onze auto beperkt. Daarom hebben we
een grote dakkoffer erbij gekocht. Maar we hebben naast een grote tent,
tarp, slaapzakken, luchtbedden, stoelen, tafel, kleding, kookspullen,
eten
en speelgoed ook nog een (inklapbare) rolstoel en 4 grote pakken luiers
die we mee moeten nemen. De luiers moeten mee, omdat je deze luiers
niet bij de supermarkt of drogist in Frankrijk kunt kopen. En de
rolstoel moet helemaal uit elkaar om in de auto te passen. Uiteindelijk
paste alles in de auto behalve 3 pakken luiers. Maar omdat we dit jaar
met vrienden op vakantie gingen, hebben zij 3 pakken luiers voor ons
meegenomen in de caravan.
Ten tweede is het fijn
als de kinderen tevreden zijn tijdens de
heenreis naar de vakantiebestemming en de terugreis naar huis. Vorig
jaar
had Maaike zichzelf de hele terugreis, met de auto van Frankrijk naar
huis (duurde 5 uur), in het gezicht lopen slaan. Waarom was niet
duidelijk. Maar ze was duidelijk ontevreden en alleen door haar hand
vast te houden kon ze gestopt worden met slaan. Daarom had ik dit jaar
een voelkussen (
Kind
met handicap), een voelboekje en
een lichtgevende eend voor haar in de
auto meegenomen waar ze hopelijk mee zou spelen. De heenweg naar de
1ste camping duurde 6 uur en ze heeft uiterst tevreden achterin de auto
zitten spelen en naar buiten zitten kijken. Ze heeft zelfs in de auto
op het
voelkussen geslapen. Hetzelfde geldt voor de terugweg die 8 � uur
duurde. Heel tevreden zat ze op de achterbank tussen de slaapzakken.
We hebben uiterst ontspannen in de auto gezeten. En dat was een
verademing na vorig jaar.
Ten derde moet er een
aangepaste douche en toilet voor
gehandicapten
zijn op de camping. We zijn elke week naar een andere camping gereisd
en op alle 3 de campings waren aangepaste douches en toiletten voor
gehandicapten. Op 2 campings kregen we een sleutel voor de ruimte en op
1 camping was de ruimte voor iedereen toegankelijk. In de douches waren
opklapstoeltjes waar je kind op kan zitten tijdens het douchen. Er
waren geen douchebrancards voor kinderen die niet kunnen zitten. De
toiletten waren voor Maaike niet handig, omdat ze bang is door het
toilet te zakken en er geen kindertoiletbril op de toilet zit. Daarom
heeft Maaike de toilet niet gebruikt tijdens de vakantie, maar wel
heerlijk gedoucht.
Ten vierde vergeet je altijd wel iets op vakantie en dit jaar was dat
de pomp om de banden van de rolstoel op te kunnen pompen. En je zult
dan altijd zien, dan heb je hem nodig ook!! Maar gelukkig waren op de
1ste camping veel Nederlanders met fietsen achterop de caravan. Dus na
even rondvragen vond ik een Nederlands echtpaar dat een pomp voor
banden met autoventielen bij zich had en waar ook het aantal Bar op
stond aangegeven. Bleek dat de kleine bandjes van de rolstoel ook zacht
waren en dus heb ik op de 2de camping weer een pomp geleend. De mensen
waren heel behulpzaam.
Ten vijfde kun je natuurlijk
niet zomaar van alles bezoeken, want niet
alles is toegankelijk voor de rolstoel. Maar we hebben toch een kasteel
bezocht, een waterval, verschillende kerken, een vestingstad, markten
etc. Alleen een grot die goed toegankelijk zou zijn was toch niet
geschikt voor een rolstoel. Dat was wel jammer. Maar niets aan te doen.
Ten zesde was het zwemmen met Maaike in het zwembad wel wat lastig
omdat ze niet zindelijk is. Ze heeft wel een speciaal badpak (
Pien en Polle) waar een
broekje in zit, maar hij sluit nog niet helemaal goed af (ze is nog
iets te
mager). Dus toen ze
daadwerkelijk had gepoept heb ik haar als een speer uit het water
gehaald en haar gedoucht. Dat is wel even lastig, want de douches zijn
meestal niet vlak naast het zwembad. Maar het lukte toch.
Op alle 3 de campings kregen we van verschillende mensen te horen dat
ze het zo leuk vonden dat Maaike ook mee was met kamperen. Als je
rondkijkt op de campings lijkt het ook wel bijzonder, want we hebben
verder geen gehandicapte kinderen op de 3 campings gezien. Maar voor
ons is
het niet zo bijzonder, wij vinden het hartstikke leuk om met zijn allen
te gaan kamperen.
-Auteur: Johanna van Antwerpen
-Datum: 17-08-2010
Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar…..mei 2009
“Elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen manier.”
De eerste zin uit Anna Karenina, Leo Tolstoj. Woorden die bij mij
bleven hangen, zittend in mijn vakantiestoel voor onze caravan.
Dit jaar zouden we het anders doen. Zo zonde om die perfect aangepaste
caravan maar voor drie weken per jaar uit het stof te halen.
Mijn overtuigingskracht moest bij Axel zijn werk doen. Grote successen
zijn de vakanties in huize Wiertz nooit. Ik grapte een paar dagen voor
vertrek, na weken van zonneschijn, tegen mijn vriendinnen: jullie weten
het zodra de familie Wiertz de pootjes uitdraait begint het te regenen.
Onderweg het eerste SMS’je: jij kunt beter bij het KNMI gaan werken!
Maar we lieten het weer de pret niet drukken, totdat ik bij Utrecht in
de achteruitkijkspiegel een meisje zonder pupillen zie hangen. Nee he
ook dat nog, nog maar tien dagen geleden had zij haar laatste cluster.
De twee uur durende reis zit vol aanvallen en Marilou wordt steeds
beroerder. Hoe gaan we straks in de regen met Marilou in de aanvallen
een voortent en de tent voor onze meiden opzetten?
Gelukkig voelt de aankomst als thuiskomen. Jaren terug was dit onze
vaste standplaats.
Camping
de Wildhoeve, voorzien van alle
gemakken; zelfs voor gehandicapte kinderen. Een sprookjesachtige
aangepaste badkamer met bad en een apart zwemuurtje zijn daar
voorbeelden van.
Maar de schrik slaat mij om het hart als ik uitstap, eerst
geloof ik mijn ogen niet maar kan niet om de enorm bal op de band van
de caravan heen. Even flitst een beeld van een geschaarde
caravan met een aangepaste bus waarin Marilou in haar rolstoel onderste
boven hangt door mijn hoofd. Maar gelukkig brengt de schreeuw van Anouk
mij weer in heden. Anouk heeft aangeboden op Lou te passen en heeft
mijn hulp nodig bij de volgende aanval. Eigenlijk heel triest dat een
meisje van vijftien haar zusje zo moet zien en begeleiden. Natuurlijk
ze weet niet anders maar wat had ik het graag anders gezien.
De saturatiemeter werkt helaas op de camping ook goed. Even vraag ik
mij af of ik de buren moet inlichten, het alarm is zelf op stand 1 nog
heel hard maar heb er na een dag als vandaag geen energie voor.
De regen tikt de volgende dag goed door op het tentdoek. En ik maak mij
zorgen over de dag van morgen. Het zou een feestdag moeten worden. Het
was de planning met het hele gezin weer terug naar Zoetermeer te reizen
niemand behalve Opa, Axel en ik zijn daarvan op de hoogte. Maar Oma
krijgt morgen haar meer dan verdiende lintje uitgereikt op uitnodiging
van hare Majesteit de Koningin. Al meer dan vijfentwintig jaar zet zij
zich vrijwillig in voor patientenbelangen. Zit het in de genen?
Natuurlijk kan ik alleen met de kinderen gaan maar Lou alleen verzorgen
in een groot cluster is lastig. Het spugen, de zuurstof de alarmen
bedienen en dat allemaal in een krappe caravan. Bovendien blijkt het
bereik op onze kampeerplek niet optimaal en heeft Axel dan geen vervoer
meer mocht het nodig zijn. We besluiten de nacht af te wachten.
De kinderen weten dan nog niet dat zij de volgende dag gehuld in pyjama
om 07.15 in de auto zullen zitten op weg naar huis, nadat we de
campingbeheerder nog even wakker hebben moeten bellen om het terrein af
te kunnen. Het ontbijt nuttigen ze bij het pompstation en de zondagse
kleren liggen achterin naast de saturatiemeter en de zuurstoffles. Lou
hebben we meegenomen!
Het is een prachtige feestelijke dag geworden, oma’s verbaasde blik zal
ik niet snel meer vergeten. Wat zijn wij apetrots op oma!
Deze middag heeft een groot deel van Nederland besloten samen met ons
terug naar de Veluwe te rijden. We besluiten de dag nog feestelijker af
te sluiten. Morgen 30 april is het n.l. nog een keer feest niet alleen
Bea viert feest maar ik ook. We doen iets wat wij eigenlijk nooit doen.
We draaien de afslag op en gaan uit eten met alle kinderen en dus ook
met Lou! Ook daar zijn we wederom niet de enige, het personeel doet
zijn best om een plekje voor ons te vinden. Helaas is er geen plek voor
de rolstoel maar Lou kan nu zij groter is prima op een gewone stoel
zitten. Ik vraag om een bord friet met kroket, Lou kan daar
tegenwoordig zo van smullen vooral met een dubbele portie mayo. We
merken dat Lou steeds meer kan en doet. Voorheen at zij alleen gemalen
voedsel en brood zonder korstjes maar we proberen steeds iets nieuws.
Ze gilt niet meer zodat ze steeds vaker gewoon mee kan. Ze raakt niet
meer overstuur van onverwachte ruimtes of geluiden. Ze geniet van haar
DVD’tje op tafel als wij onze gerechten nuttigen. De medicijnen stopt
ik snel weer in de tas.
Ik geniet enorm van het geluk wat hier op vier stoelen om mij heen zit.
We zijn zo net een normaal gelukkig gezin.
Bij het verlaten van de
tafel wordt ik staande gehouden door een vriendelijk ogende wat oudere
meneer. Hij legt zijn warme hand op mijn arm en vertelt mij zo
verwonderd te zijn over ons gezin. Het ongelukkige meisje brengt zo
zichtbaar geluk in ons gezin. Hij prijst ons! Misschien dat het de
nachten zonder slaap zijn maar deze lieve meneer maakt mij emotioneel.
Trots stappen wij in de auto, ik schrik van de tijd. Veel te laat voor
Lou maar tegelijkertijd bedenk ik, waarom eigenlijk? Waarom houd ik al
jaren vast aan die ziekelijke regelmaat en stuctuur, bang voor de
aanvallen en ontregeling van Lou. Zowat, wat we ook doen, hoe we het
ook doen de aanvallen komen toch wel!
Koninginnedag belooft een mooie zonnige dag te worden, de ochtend
bestaat uit kadootjes, een versierde caravan en een lekker ontbijt
vanuit de campingstoel. Wat ben ik blij met deze warme zonnestralen,
wat leuk ook voor alle organisatoren van de vele feestelijkheden voor
vandaag. En dan lees ik bovenstaande zinnen in een tijdschrift en denk
weer terug aan de woorden van de man van gisteravond.
Eigenlijk zou ik de laatste zin willen veranderen in: elk ongelukkig
gezin is GELUKKIG op zijn eigen manier
De meiden vermaken zich prima, Nouk slaapt lekker uit in de
buitenlucht. Lou stapt heerlijk rond, zelfs over de dennenappels heen.
En Tyra vermaakt zich prima met een groep meiden van dezelfde
leeftijd op het veld. Deze dag zorgt voor het ultieme
vakantiegeluksgevoel. Ik sukkel wat weg in de zon maar dan willen de
kinderen echt naar Apeldoorn.
Axel ziet het niet zo zitten om met de
rolstoel door de drukte te manouveren. We besluiten eerst boodschappen
te gaan doen, onderweg geeft een verslaggever een goed beeld van het
feest een paar kilometer verderop. Dan horen wij op de autoradio mensen
gillen en
huilen. Door hun tranen heen begrijpen we dat er iets vreselijks mis is
in Apeldoorn. De kinderen luisteren geruisloos op de achterbank naar de
woorden uit de autoradio. We blijven een lang tijd verslagen op de
parkeerplaats in de auto zitten. Tyra kruipt naar voren en stelt de
vragen die natuurlijk bij elk persoon naar boven kwamen. Hoe leg ik een
achtjarig kind uit dat er een idioot zin had in het doden van een hoop
mensen. We vertellen onze kinderen dat alleen mensen die erg ziek zijn
in hun hoofd dit soort dingen doen. Gehandicapte mensen, mama? Nee Tyr
bij hen heet dat anders. Ik zie de Kermis voor mijn neus doordraaien,
zingende oranjeuitgedoste jongeren lopen langs de auto. Al die mensen
weten dan nog van niets.
We lopen als leeghoofden door de
supermarktschappen, je ziet zo wie het wel weet en wie niet. Ik wil zo
snel mogelijk terug naar de caravan, voel mij raar. Voel mij, zo niet
jarig meer. Alleen de versierde caravan brengt mij in verwarring. De
kinderen willen taart! Hij smaakt mij niet….
Weer moet ik denken aan de zinnen in het tijdschrift, vandaag zijn er
een heleboel ongelukkige gezinnen bijgekomen. Dit is waar het in het
leven om gaat, bij elkaar kunnen zijn, elkaar vast kunnen houden. Wij
kunnen dat nog elke dag!
Even vergeet ik mijn geluk als instanties ervoor zorgen dat wij de
broodnodige zorg voor Marilou niet kunnen blijven bieden. Maar gelukkig
heb ik dit al vele malen eerder meegmaakt en hoop ik dat het toch op te
lossen is. Maar als ik te horen krijg dat mijn lieve vriendin zeer
binnenkort afscheid moet nemen van haar moeder, vergeet ik mijn geluk
niet.
Wat is het leven oneerlijk maar wat laat het ook mooie kanten van de
mensen zien. Hoe dieper je valt hoe mooier jezelf en de mensen om je
heen worden. Verdriet maakt mensen zacht en toegankelijk, het is echt
waar ik weet het zeker en wil niet weten waarom het niet bij iedereen
gebeurt.
Twee sterke moeders, in gedachten ben ik bij jullie!
-Auteur: Leonieke Wiertz
-Datum: 05-11-2009
Vervoer
Aangepast vervoer voor Bjorn
Toen Bjorn aan een rolstoeltje toe was, ben ik meteen op zoek gegaan
naar een aangepaste auto. Al snel geslaagd voor een oudje, want veel
centjes had ik niet.
De auto kon in ieder geval de rolstoel vervoeren, maar toch moest ik
Bjorn eruit halen en in de autostoel zetten, omdat ik hem anders niet
in het oog had i.v.m. zijn epilepsie.
Deze auto heeft twee jaar zijn dienst gedaan, is inmiddels 16 jaar oud
en hard aan vervanging toe.
Had wel eens van andere ouders gehoord dat er zoiets als fondsen
bestonden, die je daarbij konden helpen, maar had me er nog niet in
verdiept.
Na een jaartje rijden met mijn oude Chrysler, besloot ik eens een
afspraak te maken met een consulente van MEE, omdat mij verteld was dat
die me verder kon helpen.
Zij stuurde me door naar een meer ervaren collega en ze kwam op
huisbezoek.
Al snel werd duidelijk dat het een lang verhaal zou worden en de dame
dacht ongeveer 10.000 euro bijelkaar te krijgen.
Dit was echter niet genoeg, want voor de aanpassingen vergoed vanuit de
WMO, moet er immers een bus komen van maximaal 3 jaar oud.
Als eerste schreef ze stichting Finn aan,die al snel een toezegging
deden om ons te helpen.
Wat was ik blij!
Het begin was er, al kreeg ik een week daarna te horen dat ik weer een
andere consulente zou krijgen van MEE, omdat deze dame elders aan de
slag ging.
Ik kwam via een vriend terecht bij een fondsenwerver van de gemeente.
Deze dame kwam op mij al veel daadkrachtiger over en zij dacht het
gehele bedrag wel eventueel te kunnen regelen via de fondsen.
Zij kwam op huisbezoek en inkomsten en dergelijke werden ook besproken.
Fondsen geven niet zo maar geld, dat ligt ook aan het inkomen van het
gezin.
Ze gaf aan bij welke fondsen er een aanvraag gedaan kon worden en wat
de regels hierin waren.
Inmiddels de aanpassingen aangevraagd bij de gemeente (WMO) en alles
werd in gang gezet.
Moest met mijn zoontje bij een arts komen van de WMO, die ging
beslissen of de aanpassingen nodig waren of een taxipasje genoeg was.
Vragen zoals waarvoor ik de auto ging gebruiken, hoe vaak en ook de
beperkingen van Bjorn kwamen uiteraard aan bod.
Na het gesprek duurde het een paar weken voordat ik een goedkeuring
kreeg.
Deze is een jaar geldig, dus snel aan de slag.
Wat er precies nodig was aan aanpassingen zou later aan bod komen met
een beschikking.
Toen het geld enkele maanden later gedeeltelijk was toegezegd, ben ik
naar Ruud Derks
(Derks Bedrijfswagens) te Uden gegaan
voor advies.
Het is een heel fijn bedrijf dat gespecialiseerd is in aanpassingen.
Ze denken daar goed mee en helpen bij allerlei papierwerk.
Mijn oude auto kon daar ingeruild worden.
Al snel lag er een plan op tafel hoe de auto eruit moest gaan zien qua
aanpassingen en het was voor mij al snel duidelijk dat het een Opel
Vivaro ging worden.
Ruud had erg veel keus, maar mijn oog viel al snel op een zwarte
Vivaro, die hij daar had staan.
Het prijskaartje wat aan de auto hing, viel in het financi�le plaatje
wat we voor ogen hadden.
Ruud heeft de auto toen voor me gereserveerd toen duidelijk was dat
bijna alle toezeggingen binnen waren.
Hij heeft toen meteen een offerte gemaakt voor de gemeente en voor de
fondsenwerver.
De goedkeuring van de gemeente kwam niet meteen, er waren wat dingen
die afgekeurd waren.
Ik heb toen contact opgenomen met de gemeente (WMO) en na een gesprek
werd toch alles goedgekeurd.
Het wachten was toen op al het geld wat meteen naar het autobedrijf is
overgemaakt.
BPM krijg je terug van de belastingdienst, als het een grijs kenteken
betreft, gelukkig hoefde ik dat deel niet aan het autobedrijf voor te
schieten.
Dat ging met gesloten beurzen.
De auto is bijna klaar, de laatste lootjes nog….
Toen ik informatie ging inwinnen voor de autoverzekering kwam ik een
paar knelpunten tegen.
Zo werd bijna overal de BPM meegeteld, terwijl je dat niet hoeft te
betalen, dat scheelt enorm op de waarde waarvoor de auto verzekerd gaat
worden.
Bij mij zo’n 9700 euro…..
Ook de aanpassingen meeverzekeren was lastig.
Bij veel verzekeraars wisten ze niet wat ze ermee aan moesten.
Via een andere ouder bij een goed assurantiekantoor terecht gekomen die
dus de BPM niet meetelt en de volledige aanpassingen zijn nu
meeverzekerd.
Zelfs voor een mooie prijs en all risk verzekerd.
Waarschijnlijk kan ik de bus nog voor het nieuwe jaar ophalen en
afscheid nemen van mijn oude Chrysler…..
Auteur: Brigit Stratmann
Datum: 02-12-2010
Voorlezen
Persbericht:
Voorlezen-Plus
bibliotheek
Tijdens de Nationale Voorleesdagen werd de eerste Voorlezen-Plus
bibliotheek van Nederland geopend.
“In kinderdagcentrum de Honingraat in Noordwijkerhout werd op 18
januari
2012 een Voorleesontbijt georganiseerd. Dit gebeurde in het kader van
de Nationale Voorleesdagen. Tijdens dit Voorleesontbijt heeft
burgemeester Goedhart van Noordwijkerhout de eerste Voorlezen-Plus
bibliotheek van Nederland officieel geopend.
Burgemeester Goedhart en een aantal bekende Nederlanders onder wie
schaatser Martin Hersman en acteur Joris Putman kwamen voorlezen.
Tijdens het Voorleesontbijt lazen de gastvoorlezers voor uit ‘gewone’
kinderboeken. Begeleidsters van het kinderdagcentrum lazen in de
groepen een ‘Voorlezen-Plus’ boek voor.
Voorlezen-Plus maakt het mogelijk om voor te lezen aan kinderen met een
ernstige verstandelijke of meervoudige beperking. Deze kinderen zijn
dusdanig beperkt dat gewone voorleesboeken niet altijd voldoen.
Voorlezen-plus boeken zijn persoonlijke verhalen, gemaakt door ouders
en begeleiders op maat van de luisteraar. Aan het verhaal voegen we
zintuiglijke prikkels toe zoals bijvoorbeeld geuren, smaak of geluiden.
Het is niet altijd makkelijk om contact te maken met ernstig beperkte
kinderen. Het voorlezen met deze boeken geeft aan ouders en begeleiders
een mogelijkheid tot contact. Bovendien beleven zowel de ouders en
begeleiders als de kinderen veel plezier aan het voorlezen.
Om meer kinderen met beperkingen kennis te kunnen laten maken met deze
bijzondere manier van voorlezen hebben Carla Wikkerman en Nelleke Boer,
gedragskundigen het Raamwerk, een Voorlezen-Plus bibliotheek
samengesteld voor kinderdagcentrum De Honingraat. De boeken zijn
duplicaten van verhalen die ontwikkeld zijn tijdens door hen gegeven
workshops in het hele land. Dankzij de steun van verschillende sponsors
in de regio, zoals de stichting Arie van Wijngaarden en stichting Van
der Toorn, konden de de materialen voor de bibliotheek aangeschaft
worden.” De boeken zijn voorlopig alleen te leen voor de
kinderen/ouders/begeleiders van het Kinderdagcentrum.
Nog een leuk weetje: Een van de boeken van Voorlezen-Plus is opgenomen
in de collectie van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Kijk voor
meer informatie op de website:
voorlezen-plus.nl
-Auteur: Carla Wikkerman en Nelleke
Boer
-Datum: 17-01-2012
Vrijwilligerswerk in het buitenland
Vrijwilligerswerk bij Coanil
Hogar Los Jasminez
Santiago, Chili
In november 2012 zijn mijn vriend Raoul en ik begonnen aan een groot
avontuur. Mijn baan als logopedist opgezegd, spulletjes verkocht en
mensen uitgezwaaid. Voor een jaar naar Zuid-Amerika. De geuren en
smaken van de mercado, bergen in alle kleuren van de regenboog, een man
die een lied fluit in het bos, met de blote voeten in de rivier. Alle
zintuigen worden geprikkeld. Beleef het leven in zijn volle pracht.
In de zomermaanden van 2013 zijn we in Santiago beland.
Omdat de
seizoenen omgedraaid zijn, is het hier winter op dit moment. Zonder
verwarming of dubbelglas best koud af en toe. We besluiten een tijdje
in Santiago te blijven, voor we doorreizen naar het zuiden van Chili
waar het weer nog guurder is. Ik bedenk dat ik zin heb om te beginnen
met een blog met belevingsactiviteiten, inspiratiefoto’s en mijn
ervaringen, voor kinderen met een verstandelijke beperking. Ook maak ik
een sollicitatiebrief. Want een paar maanden zijn lang genoeg om
vrijwilligerswerk te doen. In de brief verwijs ik naar mijn blog met
beeldend portfolio. Want beelden zeggen vaak meer dan 100 woorden.
Vooral als de woorden in steenkolen Spaans worden opgeschreven. Mijn
vingers kriebelen om weer aan de slag te gaan. Het werken met speciale
kinderen gaat nooit vervelen.
Ik word uitgenodigd voor een gesprek bij Coanil. Coanil is een
landelijke stichting voor mensen met een verstandelijke beperking.
Raoul gaat mee, want twee mensen begrijpen meer dan een. Het is een
fijn gesprek en de co�rdinator vrijwilligerswerk vraagt of ik het zie
zitten om te gaan werken bij Los Jasminez, waar kinderen, jongeren en
jong volwassenen met een ernstige (meervoudige) beperking wonen. Er is
ook een schooltje bij. Ik probeer in mijn beste Spaans uit te leggen
dat ik logopediste (logoterapeuta) ben en graag wil ervaren hoe
logopedie in Chili wordt gegeven. Daarnaast zou ik heel graag
belevingsaciviteiten en ‘Beleven in Muziek’ willen doen (zie foto 1).
De coordinator
lijkt het te begrijpen en is heel enthousiast. Het voelt goed.
Op mijn eerste dag bij Los Jasminez ontfermt Hernan,
psycholoog, zich
over mij. Tijdens de rondleiding besef ik me weer even heel sterk hoe
goed we het in Nederland hebben. Ik zie oude, tochtige lokalen, waar de
kinderen bedje aan bedje liggen. Verouderde rolstoelen en weinig
speelgoed. Maar gelukkig ook lief personeel met hart voor de kinderen.
Hernan vraagt of ik gehoord heb van enkele Zwitserse werkwijzen,
beroemd in de logoterapia. Ook komt hij met boeken aanzetten over
theorie�n waarvan ik nog nooit heb gehoord. Oeps, blijkt dat
logoterapia hier een soort psychologische behandeling is. Mijn baan
heet geen logoterapia, maar fonoaudiologo in Chili. Ik ben weer iets
wijzer.
Hernan lacht en denkt dat ik beter zal passen op het schooltje dat is
aangesloten bij Los Jasminez. Hij legt uit dat er elke ochtend en elke
middag les wordt gegeven. Er zijn in totaal 6 groepen van 8 leerlingen.
Drie groepen in de ochtend en drie groepen in de middag. Er wordt veel
aandacht gegeven aan muziek en beleving van de zintuigen. Dat klinkt
perfect!
De weken die volgen ervaar ik dat ik mijn ‘Nederlandse ik’ even los
moet laten. Elke morgen wordt ik begroet met een kus en een knuffel van
elke collega. Ook de leerlingen krijgen een kus of een knuffel als ze
de klas binnenkomen. Wel is het elke ochtend afwachten hoeveel kinderen
er naar de les komen. Soms is er niet genoeg personeel om de kinderen
aan te kleden en liggen ze noodgedwongen de hele dag in bed. Een uur te
laat komen is in ieder geval standaard. Van de drie uur school die de
ochtendgroepen krijgen blijft er daardoor maar 2 uur over. Oei, wat
heeft mijn ‘Nederlandse ik’ het daar af en toe lastig mee.
Ik zie veel liefde en aandacht, maar helaas geen geld, personeel of
middelen genoeg om idee�n uit te werken. Ik staak een dag mee voor
betere werkomstandigheden, maar als er geen geld beschikbaar is, kan er
ook geen geld bijkomen. De logopedist Luis en bezigheidstherapeute
Camila helpen vaak voor de klas, want ziekte of verlof kan niet worden
vervangen. Totale communicatie wordt nauwelijks ingezet. Het is
duidelijk dat Los Jasminez geen priv� woonvorm is. Er bestaat een heel
groot verschil tussen openbare- en priv� woonvormen in Chili. Dat
betekent voor de kinderen van Los Jasminez dat ze het moeten doen met
tweedehands spulletjes. Er is weinig geld voor les-of therapeutisch
materiaal, laat staan voor ondersteunende communicatiemiddelen.
Daarnaast heeft de logopedist Luis zijn tijd hard nodig om te oefenen
met slikken en voedingsadvies te geven. In de twee dagen dat hij werkt,
is hij verantwoordelijk voor meer dan 100 leerlingen.
Ik besluit te denken in mogelijkheden. De weken dat ik
kan helpen,
probeer ik zo goed mogelijk te besteden. Ik verzamel muziek en
belevingsspulletjes, knutselmateriaal en ander speelgoed. In mijn
eerste week heb ik direct een klik met Maxi, een jongen van 12 jaar
oud. Hij kan niet praten, maar communiceren kan hij als de beste. Maxi
is alert, neemt initiatief en zoekt contact. Ik heb het idee om te gaan
proberen of hij kan communiceren met foto’s (zie foto 2). Omdat Maxi
nooit eerder
met foto’s heeft gewerkt, besluit ik te beginnen met concrete
voorwerpen die hij leuk vindt. En het werkt direct. Maxi kan zelfs het
gekozen voorwerpen in de tas met spulletjes vinden. Hij glundert. De
leerkracht ook, ze is super trots.
Op maandagmiddag help ik mee met de workshop Flores de Artes. Verven
met je voeten, armen, mond (zie foto 3). Alles kan en alles mag. Ik
koop een groot
stuk bubbeltjesplastic en we maken rolstoelkunst door met de rolstoelen
over het plastic te rijden. Eronder ligt een groot stuk papier met
verf. Het geeft een lekker knettergeluid, net vuurwerk.
Daarnaast help
ik elke dinsdagmorgen mee met hipoterapia (zie foto 4), therapeutisch
paardrijden
voor mensen met een beperking. Dit wordt gratis aangeboden door Renate
Bender, een Duitse fysiotherapeute die al jaren woont en werkt in
Chili. Geweldig. Wat wordt daar veel vooruitgang geboekt.
Camila
vertelt me dat Jonathan, een jongen die elke week meegaat, heeft leren
lopen met behulp van de hipoterapia. Ik ervaar ook dat hipoterapia en
logopedie heel goed samen gaan. Zoveel proprioceptieve informatie maakt
de kinderen alert en open voor communicatie. Houding, ademhaling,
stemgeving. Met Maxi speel ik spelletjes gekke bekken trekken,
paardengeluiden maken en klanken maken. Ik zou nog jaren met deze
jongen kunnen werken. Helaas is het eind augustus tijd om afscheid te
nemen. Ik word verrast met een feestje met cadeautjes, ballonnen en
ijstaart. En een lieve afscheidskaart. Met een lach en een klein
traantje vertrek ik. Want bijzondere weken, dat waren het.
-Auteur: Janneke Thissen (logopediste)
-Datum: juli en augustus 2013
-Weblog: jannekethissen.nl
Weglopen
Help mijn kind is weggelopen!
Mijn dochter Maaike is verstandelijk beperkt, kan niet praten en kan
maar kleine stukjes lopen. Ondanks haar beperkingen gaat ze graag op
onderzoek uit. Nu het weer lente wordt is ze weer veel in de tuin te
vinden. Heerlijk schommelen en in het gras spelen met emmertjes en
kookspulletjes.
Ook vandaag is ze weer in de tuin aan het spelen. Af en
toe kijk ik naar buiten om te kijken of het goed gaat. Plotseling gaat
de poort open en komt mijn jongste dochter van 4 jaar, die op straat
aan het fietsen is, de tuin in om limonade te drinken. Ik kijk vanuit
de kamer of de poort dichtzit en ga dan aan de slag om mijn dochter een
beker met drinken te geven.
Op het moment dat ik weer kijk zie ik dat de poort wagenwijd open staat
en dat Maaike nergens te bekennen is in de tuin. Op dat moment slaat de
paniek volledig toe. Ik roep mijn man en samen rennen we door de tuin
de straat op. Ik roep: “Ik ga links, ga jij dan rechts!” Dat doen we en
al speurend kijk ik de weg af. Maar ik zie mijn dochter nergens.
Dan ren ik de hoek om een steegje door op weg naar de grote weg. Dit is
namelijk de 2de keer dat ze wegloopt en de vorige keer is ze de grote
weg overgestoken en bij een huis in de voortuin bij de voordeur gaan
zitten. Als ik een man in de poort van zijn tuin zie staan vraag ik of
hij een meisje heeft gezien. Hij antwoord: “Ik niet, maar mijn buurman
wel”. Dus ik daar snel heen en ja hoor, daar staat ze met de hand op de
deurklink bij de achterdeur van het huis. Ze wil duidelijk naar binnen.
De betreffende buurman staat erbij. Hij durft haar niet alleen te laten
omdat hij bang is dat ze in de vijver valt. En Maaike is dol op water
dus dat zou heel goed kunnen.
Ondanks het feit dat ik deze buurman ken en hij mij, schijnt hij mijn
dochter niet te kennen. Daarom weet hij ook niet waar zij vandaan komt
en waar hij haar naar toe moet brengen. Hij is nogal met de situatie
verlegen. Maar ik ben super blij dat ik haar gevonden heb en bedank de
buurman. Dan ga ik op weg naar huis met een kind dat nogal
tegenstribbelt.
Gelukkig is mijn man ook in cirkeltjes de wijk aan het afstruinen en
kan ik hem al snel melden dat ze weer terecht is. Mijn jongste dochter
is heel erg geschrokken en voelt zich schuldig. Maar we weten dat het
niet haar schuld is. Ze heeft moeite om de poort goed in het slot te
doen.
Door dit incident worden we wel voor de 2de keer met de neus op de
feiten gedrukt dat ons kind wegloopt zodra de poort open staat. Maar
ook dat als ze echt verdwaald, ze niet kan vertellen wie ze is en waar
ze woont. Dat is nogal beangstigend.
Hoe kunnen we deze 2 problemen aanpakken?
Het probleem van de poort kunnen we misschien oplossen door er een
dranger op te zetten. Het andere probleem zou je kunnen oplossen door
haar naam en adres in haar jas te naaien. Maar bij mooi weer, als ze
geen jas aan heeft, is dat geen oplossing. Misschien een armbandje met
foto, naam en telefoonnummer, een SOS-armbandje of een sleutelhanger
aan haar broek. Daar moeten we nu toch wel snel een oplossing voor
verzinnen, voordat we voor de 3de keer op speurtocht moeten naar
Maaike.
-Auteur: Johanna van Antwerpen
-Datum: 15-04-2010
Wintersport
Sneeuwdag 2016 weer groot succes
“Ik heb altijd gedacht dat we nooit met ons kind op wintersport zouden
kunnen.”
VELSEN-ZUID De
Sneeuwdag 2016 is voorbij. Opnieuw hebben ruim 130 deelnemers met een
verstandelijke beperking kunnen genieten van een �chte
wintersportervaring in SnowPlanet. De meeste deelnemers kwamen uit
Noord-Holland, maar ze kwamen ook uit o.a. Den Haag, Alphen aan den
Rijn en Terneuzen.
Op zaterdag 9 april werd er met veel enthousiasme geskied en gesleed.
Ook was er de mogelijkheid om te zit-ski�n, begeleid door leraren van
Ski-Uniek. Hier werd gebruik van gemaakt door deelnemers die door een
fysieke beperking niet staand kunnen ski�n of staand ski�n toch te
spannend vinden. De skilessen werden gegeven door leraren van
SnowPlanet. Naast de professionele begeleiding werden alle activiteiten
in de sneeuw en alles er omheen begeleid door vele enthousiaste
vrijwilligers. De organisatie was in handen van Stichting Onbeperkt
Doen.
De mascotte van Stichting Onbeperkt Doen, een grote en lieve pingu�n,
was ook aanwezig op de Sneeuwdag. Hij vormde naast het ski�n, slee�n en
zit-ski�n een attractie op zich. De pingu�n heeft er weer vele nieuwe
fans bij.
Aan de kant stonden ouders en begeleiders met een trotse glimlach te
genieten van alle blije gezichten. Reacties die veel gehoord zijn: “Ik
heb altijd gedacht dat we nooit met ons kind op wintersport zouden
kunnen, maar dit bewijst dat het w�l kan!” en “Wat is het geweldig om
ons kind zo intens te zien genieten!”.
De deelnemers zelf wisten
soms van geen ophouden. Velen waren vastberaden om volgend jaar zeker
weer mee te doen. Met de medaille en het diploma kunnen ze nu vol trots
aan iedereen laten zien wat zij gedaan hebben.
De sponsoren Stichting Aviom, SnowPlanet, Stichting Ski-Uniek, het
Printhuis, de Timmerfabriek, O’Neill, Kenn-IT, Graphix Photos en
PlayActive hebben deze editie van de Sneeuwdag mogelijk gemaakt. Dat de
deelnemers en ouders/begeleiders de sponsoren en vele vrijwilligers
dankbaar waren, was goed te merken.
Foto’s van de Sneeuwdag zullen in de loop van de tijd verschijnen op
sneeuwdag.nl
en op facebook.com/sneeuwdag.
Foto’s door Graphix Photos: veel pret in de sneeuw (boven slee�n, onder
zitski�n)
Persbericht 16-04-2016
Wonen
Kiezen voor bezieling
Eline, de meervoudig
gehandicapte dochter van Ingeborg en Lucian van Heumen, verpieterde in
een grote wooninstelling. Haar ouders bedachten wat nieuws:
kleinschalig wonen met betrokken begeleiders. Eind 2014 gaat de eerste
SlowCare-woning open.
Het zijn wijze zielen op
doorreis. Ze geven onvoorwaardelijke
liefde. Ze zijn er niet voor niets. Ze mogen, moeten gezien worden.” De
ogen van Ingeborg van Heumen raken vol gloed als zij spreekt over
mensen met een ernstige meervoudige beperking. Een verborgen groep,
vinden Ingeborg en haar echtgenoot Lucian. Veelal opgesloten in grote
instellingen. Maar als het aan hen ligt komt daar verandering in.
Lucian, algemeen directeur van een forensisch psychiatrische kliniek in
een GGZ-instelling, ontwikkelde samen met Ingeborg een concept voor een
kleinschalige zorg/woonvoorziening voor ernstig meervoudig beperkte
mensen: SlowCare, een nieuwe beweging in de zorg gebaseerd op drie
pijlers: een duurzame woning als helende omgeving, meer en betere zorg
door begeleiders die hun vak vanuit een roeping uitoefenen en
dagbesteding op maat en op loopafstand.
Eind volgend jaar wordt de eerste SlowCare-woning betrokken, binnen een
kleine tien jaar moet er in alle provincies van Nederland zo’n
kleinschalige woonvoorziening gerealiseerd zijn. Uitgangspunt is ook
dat ze tegen een woonkern aanliggen. Lucien: “Zodat de bewoners weer
zichtbaar worden in de samenleving”.
Het idee achter SlowCare ontstond
toen
de Van Heumens op zoek gingen naar een woonvoorziening voor hun ernstig
meervoudig gehandicapte dochter Eline (20). Zij heeft onder meer het
syndroom van Angelman, een stoornis in het zenuwstelsel gepaard met
epilepsie en een verstandelijke beperking. Ze kan niet praten of
zelfstandig lopen. Ze woonde een tijdlang in een grote instelling, maar
daar ging het niet goed met haar. Dat merkten haar ouders vooral aan de
spanning die voelbaar was bij Eline en die zich onder meer uitte in
heftige epilepsieaanvallen.
Onder meer vanuit die ervaring weten Ingeborg en Lucian van Heumen dat
er de laatste jaren “een enorme verschraling is ontstaan in de
gehandicaptenzorg”. “Er is te weinig geld en tijd om de juiste,
intensieve zorg te bieden aan mensen met een beperking. Wat ons ook
opgevallen is, is de vluchtigheid en de soms niet betrokken houding van
het personeel. Deels komt dat door onderbezetting en de hoge werkdruk.”
Sinds 2007 woont Eline weer thuis en ze gaat vanaf 2010 vijf dagen in
de week naar een dagopvang in Velp. Ingeborg: “Daar wordt ze verzorgd
door lieve mensen.” Vanuit deze organisatie ging Eline een keer een
midweek mee op vakantie. Ingeborg: “Ze organiseren belevingsvakanties
met zwemmen en kampvuren. De mensen bloeien allemaal op.”
Waarom, dachten de Van Heumens, zou je vanuit dit gegeven niet een
woonvoorziening voor mensen met een meervoudige handicap opzetten?
Lucian: “Er is niet veel voor
deze groep. We weten niet eens hoeveel er precies zijn. Geschat wordt
tussen de 10.000 en 12.000. Je ziet ze zelden op straat. Ze zijn niet
zichtbaar. Maar als wij met Eline wandelen, worden we altijd
aangesproken door andere ouders met kinderen”.
Toen het idee eenmaal geboren was, gingen ze rekenen: met behulp van
bestaande persoonsgebonden budgetten (pgb’s) zou een woonvoorziening
voor acht mensen gerealiseerd
kunnen worden. Later zou blijken dat dit financieel niet haalbaar was
(zie blauwe cursieve tekst).
Stichting
SlowCare, in november 2012 opgericht, ging er in eerste instantie
vanuit dat de toekomstige woonvoorziening voor meervoudig gehandicapte
mensen acht bewoners en drie � vier begeleiders zou tellen. “Maar de
exploitatie daarvan bleek heel kwetsbaar”, vertelt oprichter Lucian van
Heumen. Gekozen werd daarom voor verdubbeling:
een
geschakelde woning voor twee keer negen bewoners, waarbij er vier
begeleiders zijn op negen bewoners. Daarnaast biedt de dagbesteding
ruimte aan 20 tot 25 mensen. De hoofdfinancieringsstromen zijn de
beschikbare persoonsgebonden budgetten (pgb’s), huursubsidie en de
Wajonguitkeringen.
Om het
benodigde startkapitaal bij elkaar te krijgen, is Van Heumen sinds
november op zoek naar potenti�le financiers. “De woonvoorziening die
eind volgend jaar opengaat, krijgen we wel rond. Maar we willen dit
concept voor een grotere groep toepassen.
“We zijn op
zoek naar grotere investeerders. Die krijgen hun geld terug, want we
hebben geen overhead, geen managementlagen. We durven te stellen dat
onze manier
van
zorgverlenen 20 � 25 procent goedkoper is dan de zorg in een grotere
instelling.
“Onze
garantie is dat alle geld naar directe zorg gaat. Betere zorg tegen
lagere kosten.”
Geld zoeken
de Van Heumens onder meer bij vermogende families die hun eigen bank
gecre�erd hebben. We zijn ervan overtuigd dat ze willen investeren.” Zo
heeft een familiestichting al 100.000 euro toegezegd.
Ingeborg van Heumen voegt daaraan
toe: “Vergeet niet dat er nog veel oud geld is van mensen die geld
willen nalaten aan een goed doel. Onze hoop is daar dan ook op
gevestigd. Het geld dat wij binnenkrijgen, gaat naar duurzame
menslievende zorg, daar geloven mensen in.
Wat wel overeind bleef, zijn de uitgangspunten van hun concept, dat
straks in Brabant of Friesland als eerste van de grond komt, maar wat
de Van Heumens betreft overal in het land gebouwd kan worden. Voorop
bij de stichting SlowCare staat de
kwaliteit van wonen in een ‘helende omgeving’. Lucian: “Dat betekent
een veilige, warme omgeving met veel (dag)licht, kleur, zachte duurzame
materialen en natuurlijke elementen”.
Veel aandacht is er ook voor het verzorgend personeel. Dat wordt door
de stichting zelf aangenomen en niet, zoals gebruikelijk is bij andere
kleinschalige initiatieven, aangetrokken uit grotere instellingen. “We
kiezen voor bezielend personeel. Mensen die vanuit hun roeping in dit
vak zitten. Er wordt niet volgens de klok gewerkt, verzorgers krijgen
de ruimte om vanuit hun hart te werken.”
Ingeborg, die zelf onder meer yoga geeft aan gehandicapten: “Belangrijk
is ook dat de dagbesteding dichtbij georganiseerd wordt. Dat de
kinderen niet met een taxi hoeven te reizen. Geen gehaast, omdat alles
op tijd moet. Bovendien willen we de dagbesteding ook openstellen voor
ouderen, voor dementerenden, vrijwilligers en mensen van buiten. En er
komt een logeermogelijkheid, zodat ouders of andere familieleden kunnen
komen logeren.”
Toen Lucian met zijn concept de boer opging, vielen hem alom
enthousiaste reacties ten deel. “Vanaf moment ��n gaat alles vanzelf.
Geen weerstanden, geen negatieve energie. Iedereen is bereid mee te
werken. De gemeente, de wethouders zijn enthousiast, ze kijken mee en
staan erachter.”
Ingeborg: “De tijd is er kennelijk rijp voor. Je ziet een andere
bewustwording. Mensen willen zich verbonden voelen met elkaar en de
natuur. Vanuit de leegte, de materie, weer vanuit het hart leven. Aan
die ommekeer draagt de crisis bij. Door zelfverrijking vallen de grote
systemen om. Mensen staan meer open voor spiritualiteit. Onze filosofie
is: in ieder mens is licht aanwezig. Dat is universeel en geldt ook
voor mensen met een handicap.”
-Dit artikel is gepubliceerd in Trouw
-Datum: 26 april 2013
-Auteur:Sytske van Aalsum
-Voor informatie: slowcare.nl
Dealen met het schuldgevoel
Ik weet nog hoe schuldig ik me voelde
toen ik Marijn ‘inleverde’.
Maar ik was ook opgelucht.
Dineke van der Meer
besloot haar ernstig meervoudig gehandicapte dochter Marijn in een
instelling
te laten wonen. Toen Marijn stierf, was zij in Afrika. “Ik voelde me
heel
schuldig, maar het was de consequentie van mijn keuze om ook een eigen
leven te
leiden.”
Dineke: “Toen Marijn een
paar
maanden oud
was, zei een buurvrouw tegen me: ‘Het lijkt alsof ze je nooit echt
aankijkt’.
Dat klopte, maar Marijn was mijn eerste kindje, dus ik wist niet of
baby’s van
die leeftijd dat wel of niet zouden moeten doen. Toen ze drie maanden
was,
kreeg ze een longontsteking. In het ziekenhuis bleek toen dat er meer
aan de
hand was. Maar niemand wist precies wat. Het was het begin van een
lange
zoektocht vol twijfels, angst en zorgen. Naarmate er meer onderzoeken
werden
gedaan, bleek steeds duidelijker dat Marijn ernstig meervoudig
gehandicapt was.
Haar hersenen waren niet ontwikkeld en haar hoofdje zou altijd klein
blijven,
ze zou niet gewoon opgroeien zoals de kinderen van mijn vriendinnen. Ze
zou
nooit zelfstandig kunnen wonen en leven. Ze zou altijd zorg nodig
hebben.
“Felix, mijn
echtgenoot, werkte geregeld in Afrika. Daar deed hij ontwikkelingswerk.
Hij kon
en wilde zijn werk niet opgeven. We hebben er toen vaak onenigheid over
gehad.
Als hij goede dingen wilde doen voor de wereld, waarom begon
hij dan niet bij zijn eigen gezin, vroeg ik
me af. Ik voelde me in die tijd slachtoffer van de situatie: een kindje
met een
handicap en een man die vaak weg was. Achteraf denk ik dat het
gemakkelijker
voor me was om iemand de schuld te kunnen geven van wat me overkwam dan
om mijn
eigen pijn en teleurstelling te voelen over Marijn en haar anders zijn.
Een groot
deel van de tijd was ik met Marijn alleen. Het was de tijd van v��r de
persoonsgebonden budgetten, dus ik draaide alleen voor de zorg op.
Gelukkig wel
met hulp van familie, vrienden en vriendinnen. Maar mijn wereld werd
kleiner.
Ik was altijd van plan geweest mijn werk weer op te pakken als Marijn
oud
genoeg was. Maar omdat ze zo veel zorg nodig bleef houden, ging dat
niet. Het
duurde alleen al uren om haar eten en drinken te geven met het knoeien
en
verslikken dat erbij hoorde. In die eerste paar jaren raakte ik met
Marijn
vergroeid. Er was niet veel anders dan zij en ik. Ik was als het ware
Marijn
geworden.
“Ik weet nog
wanneer ik besefte dat ik Marijn niet langer thuis kon en wilde
verzorgen. Ik
zat bij de kapper. Buiten reed een rolstoeltaxi voor. Een oudere dame
stapte
uit en daarna volgde haar meervoudig gehandicapte dochter in een
rolstoel. Ze
kwamen binnen. Er werd geschoven met meubilair om ruimte te maken.
Geroutineerd
werkte die moeder het ritueel af dat ze duidelijk al duizenden keren
had
gedaan: eigen jas uit, dochters jas uit, dochter rechtop hijsen, kwijl
van
dochters gezicht vegen… Het was absoluut liefdevol, maar het was ook z�
geroutineerd. Die twee waren volledig met elkaar vergroeid. Ik
kreeg er een knoop van in mijn maag. Wat ik
zag, was mezelf over vijftien jaar. Ik realiseerde me dat ik de zorg
niet meer
op kon brengen. Het ging ten koste van mezelf. Ik wilde ook een eigen
leven
leiden, wat dat ook zou zijn. Ik vond een instelling vlak bij ons huis.
Daar
kon ze meteen terecht. Ik weet nog hoe schuldig ik me voelde dat ik
Marijn
‘inleverde’. Het was heel dubbel, want naast schuldgevoel voelde ik
opluchting,
omdat er anderen waren die me hielpen om voor Marijn te zorgen. Ik
miste haar
thuis, maar ik was ook blij dat ik weer andere zaken kon aanpakken. Ik
kon weer
gaan werken. Het fijne was dat Marijn dichtbij woonde. Ik kon elke dag
naar
haar toe en hoefde haar dus niet helemaal los te laten.”
“Doordat ik
meer afstand kon nemen, vond ik het weer leuk om haar in bad te doen en
met
haar te spelen. Vaak had ik zin om naar haar toe te gaan. Maar niet
altijd. Ik
weet hoe hard dat klinkt. Als moeder zou je eigenlijk niets anders
moeten
willen dan zo veel mogelijk
bij je kind
zijn. Maar als ik eerlijk
ben, was het
echt niet altijd leuk. Ik vond het bij periodes zwaar
om weinig contact met Marijn te krijgen.
Ze
reageerde nauwelijks op mijn
stem, maakte
geen oogcontact en reageerde
sporadisch op mijn aanrakingen. Ik wist nooit zeker of ze wel doorhad
dat ik er
was. Of ze wel gelukkig was. Ik wilde mijn eigen dochter kennen en door
haar
worden gekend. Dat dat niet ging, deed ongelooflijk veel pijn. Vorig
jaar zag
ik een televisieprogramma over de zorg van ouders voor een kind met
ernstig
meervoudige beperkingen. Het ging over liefde, het geduld, het
wegcijferen van
jezelf, maar geen woord over de boosheid die je soms ook kunt voelen
omdat je
eigen kind je soms te veel is en hoe ontzettend pijnlijk het is om dat
te
voelen. Ook zag ik niets over de teleurstelling dat je zo weinig terug
krijgt
of de machteloosheid omdat je nooit zeker weet
of je het wel goed doet.”
“Toen Marijn
in december 2010 stierf was ze 28 jaar. Ik was in Afrika, mijlenver bij
haar
vandaan. Achttien jaar eerder hadden Felix en ik de keuze gemaakt om
met onze
oudste zoon Guido, die acht jaar later dan Marijn geboren is, in
Bolivia te
gaan wonen toen Felix daar een baan kreeg. Ik voelde me daar ten
opzichte van
Marijn destijds heel schuldig over, maar regelde het zo dat ik elke
twee
maanden terugkwam om bij haar te zijn. En dat vrienden en familie
Marijn nog
vaker opzochten. Onze jongste zoon Simon is in Bolivia geboren. Na een
jaar
weer in Nederland te hebben gewoond, zijn we opnieuw uitgezonden nu
naar
Vietnam. Ik dacht dat ik het weer zou kunnen om Marijn op dezelfde
manier op te
zoeken, dus elke twee maanden terug naar Nederland terug te keren. Maar
toen ze
op haar veertiende heel ziek werd, besloten we terug te verhuizen naar
Nederland waar we twaalf jaar weer vlak bij haar hebben gewoond. Drie
jaar
geleden besloten we opnieuw te verhuizen toen Felix een baan kreeg
aangeboden
in Afrika. Weer ging ik elke twee maanden naar Nederland. Het nieuws
dat Marijn
in het ziekenhuis was opgenomen en niet meer beter zou worden, bereikte
ons niet
op tijd van wege gebrekkige communicatiemiddelen. Ik kon gelukkig
meteen een
vlucht boeken. Maar ik had pech: het vliegtuig lekte olie en zou dus
niet
vertrekken. Ik dacht dat ik gek werd van wanhoop. Tientallen opties
schoten
door mijn hoofd: De auto! Lopen! Zelf een vliegtuig huren… Uiteindelijk
moest
ik onder ogen zien dat ik niet bij haar dood zou zijn. Soms voel ik me
schuldig
dat ik er op dat cruciale moment niet was. Maar ik realiseer me ook dat
het de
consequentie is van de keuze die ik heb gemaakt om ook een eigen leven
te
leiden.”
“Ik heb
altijd veel geschreven om mijn gevoelens te duiden en
mijn gedachten te ordenen, maar na Marijns
dood kreeg ik daar nog veel meer behoefte aan. Ik merkte hoeveel
verdriet er
nog in mij verborgen lag. Toen Marijn leefde, mocht ik van mezelf
eigenlijk
geen verdriet om
haar hebben, ook al
voelde ik dat soms wel. Ik wilde blij met haar zijn, want zij was mijn
dochter.
Toen ze dood was, leek het verdriet ‘legitiem’ en kon ik vanuit mijn
tenen
huilen. Om haar dood, maar ook om haar leven. Om de angst die ik heb
gehad dat
ze niet gelukkig was, dat ze zich door mij in de steek gelaten heeft
gevoeld.
Ik heb het verdriet van me af geschreven en geprobeerd een antwoord te
vinden
op mijn vragen. Daarnaast wilde ik Marijn graag een stem geven. Ik
probeerde
vanuit Marijn naar haar omgeving te kijken. Hoe zou zij
haar leven hebben ervaren?
Ook
wilde ik graag iets schrijven over de
mensen die voor Marijn hebben gezorgd. Als dank en om hun werk voor het
voetlicht te halen. Het is een gevoelige relatie tussen ouders en
professionals. En voor allemaal een hele kunst om de communicatie
helder te
houden. Dat resulteerde in het boek
Ik
ben Marijn.
“Al schrijvend
kwam ik ook tot een aantal ontdekkingen. Dat het niet erg is dat ik
haar niet
meer thuis kon en wilde verzorgen. Daardoor heeft Marijn ook haar eigen
wereld
gehad en is ze door andere mensen gekend en geliefd. Wat ik ook
besefte: Marijn
heeft mij veel goeds gebracht. Ik was altijd op zoek naar contact met
haar. Ik
wilde weten wat er in haar koppie omging, of ze zich goed voelde, of ze
gelukkig was. Ik wilde haar kennen en ik wilde dat ze mij zag. Maar
Marijn
leefde in het nu en leek geen later of vroeger te kennen. Ze ‘was’ er
gewoon.
In haar wereld bestonden geen verwachtingen, teleurstellingen of
oordelen. Toen
ik me dat realiseerde, kon ik mijn eigen verwachtingen en
teleurstellingen echt
loslaten en kon ik ook vaker oprecht van haar genieten. Gewoon een half
uur
lepeltje-lepeltje met haar liggen op haar waterbed en nergens aan
denken. Ik
kan nu meer genieten van kleine dingen. De zon op mijn huid, de win in
mijn
haren, de geur van bloesem in de lente… Ik probeer meer in het heden te
leven.
Dat heeft Marijn me geleerd. Daar ben ik haar dankbaar voor.
-Bovenstaand artikel is
gepubliceerd in Margriet, nummer
3, januari 2013
-Titel boek:
Ik ben Marijn
-Boek is
geschreven door: Dineke van der Meer
-ISBN:
9789090268118
-Uitgeverij:
Magnolia
ikbenmarijn.com
De Wijde Mantel
Al weer 5 jaar woon ik
met mijn vrouw en zoon in De Wijde
Mantel. Mijn zoon Tijs is vanaf zijn geboorte in 1984 vrijwel blind,
verstandelijk beperkt en loopt niet.
Tijs is geboren in Amersfoort. Al snel begrepen
wij dat traplopen er niet in zit en lieten achter ons huis een
slaapkamer en
een badkamer bouwen.
Toen hij een jaar of
vijftien was vroegen wij ons af waar hij zijn toekomstige leven zou
doorbrengen: thuis of in een instelling? Als
het in een instelling zou zijn, in welke dan? We gingen op pad, maakten
afspraken en bezochten nogal wat instellingen en woonvoorzieningen. We
werden er niet vrolijk van. In die periode maakten we ook een
wensenlijst: wat
is belangrijk voor Tijs, wat is belangrijk voor ons, kortom waar moest
zijn leven aan voldoen wilden wij dat met een gerust hart uit hand
kunnen geven.
Belangrijke zaken die ik
me herinner zijn: er moesten veel mensen
zijn die niet gehandicapt zijn, mensen waar Tijs wat aan heeft, die in
hem ge�nteresseerd zijn, die iets met hem kunnen doen, die om hem geven
en
dat ook laten blijken. Omdat Tijs niet praat moeten mensen hem lang
kennen om
hem te begrijpen. Op beide punten scoorden instellingen slecht: Tijs
werd
ingedeeld in groep MCG, pluriforme groepen zagen wij niet en wat ons de
grootste
zorg baarde was de permanente krimp op personeel en de talloze
personeelswisselingen, soms in korte tijd meerdere malen. Zo kon
niemand Tijs leren kennen en
begrijpen.
We besloten de andere
optie uit te werken: de optie thuis blijven. De
nadelen waren
duidelijk: alleen met je ouders opgroeien is niet ideaal, zeker als je
met al je
beperkingen toch erg op anderen gericht bent.Het zou ook een grote
belasting betekenen voor ons als ouders,
je tekent ervoor om je verdere leven voor je kind te zorgen.
We zochten naar een oplossing waarin de nadelen zo
beperkt mogelijk zouden zijn. We besloten een plan te maken waarin Tijs
onze
buurman zou worden. Wij zouden een latrelatie met hem onderhouden en
middels
het PGB zou hij een ‘vrienden’kring kunnen onderhouden die hem helpt
bij al zijn activiteiten. Een vriendenkring
die ons voor een groot deel van de dag ontlast van de directe zorg. We
besloten een bouwplan te maken waar zes gezinnen in een vergelijkbare
situatie
zouden kunnen wonen.
Na jaren van praten met
woningbouwcorporaties, instellingen,
architecten, gemeenten en
projectontwikkelaars kwamen we in contact met een kleine organisatie in
De Glind, een organisatie die van oudsher zich inzet voor het leven van
‘kinderen met pech’: De Rudolphstichting.
Met De Rudolphstichting bouwden we De Wijde Mantel: zes
gezinswoningen met een zorgappartement, gemeenschappelijke
voorzieningen, zoals een grote huiskamer voor onze kinderen, tuinen en
schuur.
Tijs gedijt hier, hij zoekt de plekken waar hij
anderen kan ontmoeten. We organiseren van alles: van
huiskamerconcertjes tot een
heus festival in juni: LeF! Het wonen hier vergt wel wat extra’s van
ons. Naast de aandacht die
Tijs vraagt, moet
je ook gezamenlijk iets collectiefs in stand houden.
Daar zitten de kwaliteiten die De
Wijde Mantel heeft. Hier kunnen oud worden!
-Schrijver: Arne Haytsma, a. [email protected]
-Datum: 02-01-2012
PS We komen graag in contact met
mensen die
ge�nteresseerd zijn om hier te wonen. Kom vrijblijvend eens kijken.
Momenteel (januari
2012)is er zelfs een woning vrij.
Zelfbeschadigend gedrag
Mijn kind doet zichzelf pijn
Maaike (8 jaar) is meervoudig gehandicapt, autistisch en ze kan niet
praten. Waarom ze zichzelf pijn doet blijft voor ons een vraag waar we
veel over nadenken. Het kan zijn uit frustratie dat ze niet kan praten,
het kan zijn dat ze zich verveeld of dat ze zich niet lekker voelt. Er
zijn vele redenen te noemen. Soms is het duidelijk te benoemen een
andere keer tasten we volledig in het duister.
Toen ze circa 1 jaar was begon Maaike met het bonken met haar hoofd op
de grond. Het ging van kwaad tot erger. Door haar continu in de gaten
te houden en haar te corrigeren en soms gewoon vast te houden, ging het
uiteindelijk over. Wat waren we blij!! Door een borsteltherapie
(aangeraden door een therapeut om haar ontwikkeling te stimuleren) was
het weer binnen een dag helemaal terug. Om moedeloos van te worden. We
zijn direct gestopt met de borsteltherapie en weer begonnen met
corrigeren. Je lijkt dan wel een politieagent. Zodra je je omdraait
begint ze weer. Dus op een gegeven moment heb je ogen in je achterhoofd
en herken je het geluid van bonken al van verre.
Het kwam zover dat we advies hebben gevraagd bij een neuroloog in het
ziekenhuis. Zijn antwoord schokte me. Hij zei: “33% van deze kinderen
stopt uiteindelijk met hoofdbonken, 33% doet het zo nu en dan nog en
33% stopt er nooit mee. Voor deze kinderen koop je een helm.“ Met
andere woorden als je kind tot de laatste categorie behoort wen er dan
maar aan. Dat wilden we nu net niet. Wel kochten we, omdat we murw
waren, een helm. Dat heeft ons gestimuleerd om weer verder te gaan met
corrigeren. Na heel veel moeite thuis en doordat de begeleiding haar op
het Kinderdagcentrum corrigeerde werd het na enige tijd weer
beheersbaar.
Uiteindelijk deed ze alleen nog maar hoofdbonken in bed om in slaap te
komen. De helm heeft ze gelukkig nooit opgehad!!
Net toen we dachten dat we de tik van het hoofdbonken onder
controle hadden, kreeg Maaike een nieuwe tik namelijk zuchten. Het leek
wel
of ze heel hard gelopen had of astmatisch was zo zuchtte ze in haar
stoel. In de taxibus en op het kinderdagcentrum kreeg ik daar vragen
over. Mensen waren geschrokken van het zuchten en dachten dat ze astma
had of hartproblemen. Eerst naar de kinderarts gegaan, maar volgens
haar was er niets aan de hand. Daar hoefde ze haar stethoscoop niet
voor te pakken dat kon ze op afstand wel horen. En de stethoscoop pakte
ze vervolgens dus ook niet om naar hart en longen te luisteren. Daar
waren wij als ouders niet tevreden mee. De huisarts snapte wel onze
zorg en heeft wel met een stethoscoop haar hart en longen
onderzocht. Hij concludeerde dat er lichamelijk niets aan de hand was,
maar als het nog erger werd adviseerde hij ons om toch terug te komen.
Na het zuchten kwam de volgende tik; zichzelf in het gezicht slaan. Het
begon heel rustig. Het leek of ze met door op haar kin zachtjes te
tikken iets wilde zeggen. Maar op een gegeven moment ging het zachtjes
tikken over in hard slaan tegen haar jukbeen. Het werd zo erg dat ze
met blauwe plekken in haar gezicht uit de taxi kwam. Geprobeerd door
haar weer te corrigeren, af te leiden met speelgoed, met eten
(komkommer) of haar hand vast te houden het te laten stoppen. Dat lukte
thuis redelijk maar op het Kinderdagcentrum niet en in de taxibus niet.
In
de taxi kreeg ze op grond van automutilatie busbegeleiding op de
taxibus.
Op het Kinderdagcentrum hebben ze het uiteindelijk redelijk onder
controle gekregen. Ook omdat Maaike op een gegeven moment door
communicatietraining beter met foto’s en pictogrammen kon ‘praten’.
Daarmee kan ze beter aangeven wat ze wil en wij aangeven wat we gaan
doen.
Dat is een jaar redelijk goed gegaan. Maar nu is Maaike op het
Kinderdagcentrum zichzelf weer veel en hard in het gezicht aan het
slaan. Thuis gaat het redelijk, bij vlagen is het niet te corrigeren.
In de taxi gaat het gelukkig wel goed door de begeleiding op de taxi en
een
speeltje aan de jas. Na een spoed overleg hebben we met de
orthopedagoog afgesproken dat een
Senso
Motorische Integratie
(SMI)-therapeut Maaike gaat onderzoeken en observeren om te kijken
waarom ze niet goed in haar vel zit. Als dat niet helpt gaan we het
CCE
inschakelen voor advies. Het CCE (Centrum voor Consultatie en
Expertise) is een Instituut voor bijzondere
hulpvragen. Als ouder kun je het CCE ook zelf inschakelen, het wordt
namelijk betaald door de AWBZ. Dus daar
heb ik al aan lopen denken. Maar
een SMI-therapeut kan op dit moment sneller worden ingeschakeld dan het
CCE.
Hoop dat Maaike binnenkort weer beter in haar vel zit! Want het
doet me pijn haar zichzelf pijn te zien doen.
-Auteur: Johanna van Antwerpen
-Datum: 29-12-2009
Zwemmen
Eindelijk kan Maaike weer zwemmen
Vorig schooljaar kreeg mijn dochter Maaike zwemles op school. Het enig
probleem was dat ze niet zindelijk was. Om ontlasting in het water te
voorkomen hadden we al een speciaal badpak geprobeerd. In het badpak
zit een extra broekje dat ontlasting zou tegenhouden. Maar dat werkte
niet bij mijn dochter, zodat de ontlasting in het zwembad terecht kwam.
De school adviseerde me om
contact op te nemen met een incontinentie verpleegkundige in het
ziekenhuis. Zij adviseerde een klysma; Microlax. Een uur voor het
zwemmen zou Maaike de klysma krijgen en dan zou ze binnen 20 minuten
ontlasting krijgen. Maar de klysma werkte niet bij mijn dochter. Toen
ze vervolgens toch ging zwemmen was er binnen 5 minuten weer ontlasting
in het zwembad. Daarop werden de zwemlessen voor mijn dochter gestaakt.
Enigszins teleurgesteld wachtte ik een aantal weken voordat ik weer
moed kreeg om de incontinentieverpleegkundige te bellen. Maar toen ik
haar belde had ze toch weer een idee. Ze adviseerde me een anaaltampon.
Dat idee stond me in het begin helemaal niet aan. Want het leek me vrij
vervelend om met zo’n anaaltampon te moeten zwemmen. En misschien zou
mijn dochter zwemmen hierdoor niet meer leuk vinden. Maar niet zwemmen
was ook geen oplossing. Want ze mocht pas weer het zwembad in als er
een oplossing was gevonden voor het ontlasting probleem.
Het recept voor de
anaaltampon werd na overleg van de incontinentieverpleegkundige met de
revalidatiearts opgestuurd naar ons.
Op
het recept stond het merk en de maat van de anaaltampon; Peristeen
anaaltampon klein van het merk Coloplast met een diameter van 12 mm. Via
de apotheek hoorde ik dat de anaaltampons volledig vergoed worden door
de ziektekostenverzekering. Ze bestelden ze voor me en bij de volgende
zwemles op school hebben we de tampon uitgeprobeerd. De tampon is
eigenlijk maar heel klein, want hij is zo groot als een zetpil. Maar in
de anus zet de tampon uit. Toen Maaike zwemles had ben ik wezen kijken.
Ik was zo benieuwd of dit nu echt de oplossing was zodat Maaike
voortaan gewoon kon zwemmen. Toen ze in het zwembad lag, was ik het
eerste kwartier behoorlijk gestrest. Want als het misging welke
mogelijkheden waren er verder nog???
Tot mijn verrassing bleef de tampon zitten en kwam er geen ontlasting
in het water. Voor het eerst kon ze de hele zwemles in het water
blijven. Ik was super enthousiast en kon het bijna niet geloven. Maar
het gaf me wel een kick en het biedt nieuwe mogelijkheden voor Maaike
en ons
gezin, want voortaan kunnen we hierdoor weer in het openbare zwembad
gaan zwemmen en ook weer op vakantie!!
-Auteur: Johanna van Antwerpen
-Datum: 18-09-2011
Wanneer kunnen we eindelijk gaan zwemmen met Maaike?
Zwemmen vindt mijn dochter Maaike (9 jaar) met een meervoudige
beperking heel erg leuk. Iets minder leuk is, dat ze niet zindelijk is
en ze het zwembad meestal gebruikt om te poepen. Doordat ze zich in het
water helemaal ontspant is het elke keer raak en soms al na 10 minuten.
Dan heb je een probleem, want waar kun je je kind dan makkelijk even
verschonen.
Tot een jaar geleden kon ze nog (wegwerp) zwemluiers aan van kleuters.
Maar dat kan nu echt niet meer. Daarom had ik voor haar een badpak van
Pien en Polle gekocht met een speciaal broekje erin om de ontlasting
tegen te houden. Maar die sluit niet perfect aan bij haar benen, omdat
ze te mager is. Met als bijkomend probleem dat de ontlasting voor een
deel in het water terecht kan komen. En dat is niet zo’n leuk gezicht.
Ook op school liepen ze met zwemmen tegen dezelfde problemen aan. Via
school hoorde ik van het bestaan van een incontinentie verpleegkundige
in het
ziekenhuis. Die heb ik vervolgens gebeld. Ik vertelde haar dat ik een
speciaal badpak voor mijn dochter had aangeschaft maar dat het niet
werkt en dat de (wegwerp) zwemluiers te klein zijn. Ze adviseerde me om
Microlax (klysma) te gebruiken voordat mijn dochter gaat zwemmen.
Je spuit Microlax met een
tubetje in de anus en dan na een tijdje (volgens gebruiksaanwijzing
tussen de 5 – 20 minuten) krijgt de persoon ontlasting. Dan is
vervolgens het laatste stuk van de darmen leeg en dat is precies het
gedeelte dat als je je in het water ontspant vrijkomt.
Het leek me niet zo’n leuk idee, maar elke keer het zwembad binnen de
kortste tijd verlaten is ook niet leuk.
Daarom wilde ik het wel proberen. Maar het gebruik moest wel in overleg
met de arts. Die keurde het gebruik van Microlax goed. Dus
hebben we het eerst maar thuis uitgeprobeerd. En toen zagen we dat ze
na 40 minuten ontlasting kreeg. Vervolgens duurde het tot halverwege de
middag dat ze weer ontlasting had. Maar nu nog de ultieme test in het
zwembad! Want daar zou het ook moeten werken.
Op school gaven ze 1� uur van te voren de Microlax en er gebeurde
helemaal niets. Met de begeleiding besproken wat ze anders gedaan
hadden niets. Toch zijn ze wezen zwemmen. En binnen enkele minuten had
Maaike toch gepoept. Gelukkig bleef de ontlasting in haar speciale
zwembroek. Maar dit was niet de bedoeling!!
De volgende zwemles heb ik ’s ochtends thuis de Microlax toegediend.
Maar na 40 minuten ook geen ontlasting en later ook op school niet.
Toen mocht ze niet naar zwemles.
De incontinentieverpleegkundige gebeld. En zij vertelde me dat als er
in het laatste stukje van de darm geen ontlasting zit, er ook niets kan
uitkomen na toediening van de Microlax. Dat wist ik niet. Dus er komt
ook nog een dosis geluk bij kijken begreep ik. We hebben afgesproken om
het toch bij elke zwemles toe te dienen en hopelijk hebben we de
volgende keer meer geluk.
Helaas is het ook de volgende keren niet gelukt. We moeten dus op zoek
naar een andere oplossing. Daarvoor zal ik weer contact opnemen met de
incontinentieverpleegkundige.
Het is jammer maar we kunnen dus nog steeds niet gaan zwemmen met
Maaike. Hopelijk vinden we een oplossing voor de zomervakantie, want
het lijkt me zo leuk om dan met haar te gaan zwemmen in het zwembad.
-Auteur: Johanna van Antwerpen
-Datum: 01-06-2011